Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) nr. 651/2014 waarbij bepaalde categorieën steun op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag met de interne markt verenigbaar worden verklaard
Artikel 25 Steun voor onderzoeks- en ontwikkelingsprojecten
Geldend
Geldend van 01-07-2023 tot 01-01-2027
- Bronpublicatie:
23-06-2023, PbEU 2023, L 167 (uitgifte: 30-06-2023, regelingnummer: 2023/1315)
- Inwerkingtreding
01-07-2023
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
23-06-2023, PbEU 2023, L 167 (uitgifte: 30-06-2023, regelingnummer: 2023/1315)
- Vakgebied(en)
Mededingingsrecht / EU-mededingingsrecht
Mededingingsrecht / Groepsvrijstellingen
Bestuursrecht algemeen / Bijzondere onderwerpen bestuursrecht
1.
Steun voor onderzoeks- en ontwikkelingsprojecten, met inbegrip van onderzoeks- en ontwikkelingsprojecten die in het kader van het Horizon 2020- of het Horizon Europa-programma het kwaliteitslabel ‘Excellentiekeur’ hebben gekregen, en gecofinancierde onderzoeks- en ontwikkelingsprojecten en, indien van toepassing, steun voor gecofinancierde teamvormingsacties is verenigbaar met de interne markt in de zin van artikel 107, lid 3, van het Verdrag en is van de aanmeldingsverplichting van artikel 108, lid 3, van het Verdrag vrijgesteld, mits de in dit artikel en in hoofdstuk I vastgestelde voorwaarden zijn vervuld.
2.
Het gesteunde deel van het onderzoeks- en ontwikkelingsproject valt volledig binnen één of meer van de volgende categorieën:
- a)
fundamenteel onderzoek;
- b)
industrieel onderzoek;
- c)
experimentele ontwikkeling;
- d)
haalbaarheidsstudies.
3.
De in aanmerking komende kosten van onderzoeks- en ontwikkelingsprojecten worden bij een specifieke categorie onderzoek en ontwikkeling ingedeeld en betreffen:
- a)
personeelskosten: onderzoekers, technici en ander ondersteunend personeel voor zover zij zich met het onderzoeksproject bezighouden;
- b)
kosten van apparatuur en uitrusting voor zover en zolang zij worden gebruikt voor het project. Wanneer deze apparatuur en uitrusting niet tijdens hun volledige levensduur voor het project worden gebruikt, worden alleen de afschrijvingskosten overeenstemmend met de looptijd van het project, berekend volgens algemeen erkende boekhoudkundige beginselen, als in aanmerking komende kosten beschouwd;
- c)
kosten van gebouwen en gronden voor zover en zolang zij worden gebruikt voor het project. Wat gebouwen betreft, worden alleen de afschrijvingskosten overeenstemmend met de looptijd van het project, berekend volgens algemeen erkende boekhoudkundige beginselen, als in aanmerking komende kosten beschouwd. Wat gronden betreft, komen de kosten voor de commerciële overdracht of de daadwerkelijk gemaakte kapitaalkosten in aanmerking;
- d)
kosten van contractonderzoek, kennis en octrooien die op arm's length-voorwaarden worden gekocht bij of waarvoor een licentie wordt verleend door externe bronnen, alsmede kosten voor consultancy en gelijkwaardige diensten die uitsluitend voor het project worden gebruikt;
- e)
bijkomende algemene kosten en andere operationele uitgaven, waaronder die voor materiaal, leveranties en dergelijke producten, die rechtstreeks uit het project voortvloeien; onverminderd artikel 7, lid 1, derde zin, kunnen deze projectkosten voor onderzoek en ontwikkeling bij wijze van alternatief worden berekend op basis van een vereenvoudigde kostenbenadering in de vorm van een vast percentage tot 20 %, dat wordt toegepast op de totale in aanmerking komende projectkosten voor onderzoek en ontwikkeling als bedoeld in de punten a) tot en met d). In dat geval worden de voor de berekening van de indirecte kosten gebruikte projectkosten voor onderzoek en ontwikkeling vastgesteld op basis van normale boekhoudkundige praktijken en omvatten zij uitsluitend in aanmerking komende projectkosten voor onderzoek en ontwikkeling als bedoeld in de punten a) tot en met d).
4.
Bij haalbaarheidsstudies zijn de in aanmerking komende kosten de kosten van de studie.
5.
De steunintensiteit bedraagt voor elke begunstigde ten hoogste:
- a)
100 % van de in aanmerking komende kosten voor fundamenteel onderzoek;
- b)
50 % van de in aanmerking komende kosten voor industrieel onderzoek;
- c)
25 % van de in aanmerking komende kosten voor experimentele ontwikkeling;
- d)
50 % van de in aanmerking komende kosten voor haalbaarheidsstudies.
6.
De steunintensiteiten voor industrieel onderzoek en experimentele ontwikkeling kunnen worden verhoogd tot een maximale steunintensiteit van 80 % van de in aanmerking komende kosten overeenkomstig de volgende punten a) tot en met d), waarbij de punten b), c) en d) onderling niet mogen worden gecombineerd:
- a)
met 10 procentpunten voor middelgrote ondernemingen en met 20 procentpunten voor kleine ondernemingen;
- b)
met 15 procentpunten indien één van de volgende voorwaarden is vervuld:
- i)
het project behelst daadwerkelijke samenwerking:
- —
tussen ondernemingen waarvan er ten minste één een kmo is, of wordt uitgevoerd in ten minste twee lidstaten of in een lidstaat en in een overeenkomstsluitende partij bij de EER-overeenkomst, en geen van de ondernemingen neemt meer dan 70 % van de in aanmerking komende kosten voor haar rekening; of
- —
tussen een onderneming en één of meer organisaties voor onderzoek en kennisverspreiding, waarbij deze organisaties ten minste 10 % van de in aanmerking komende kosten dragen en het recht hebben hun eigen onderzoeksresultaten te publiceren;
- ii)
de projectresultaten worden ruim verspreid via conferenties, publicaties, open access-repositories, of gratis of opensource-software;
- iii)
de begunstigde verbindt zich ertoe licenties voor onderzoeksresultaten van gesteunde projecten inzake onderzoek en ontwikkeling die door intellectuele-eigendomsrechten worden beschermd, tijdig tegen marktprijs en op niet-exclusieve en niet-discriminerende basis beschikbaar te stellen voor gebruik door geïnteresseerde partijen in de EER;
- iv)
het project inzake onderzoek en ontwikkeling wordt uitgevoerd in een steungebied dat aan de voorwaarden van artikel 107, lid 3, punt a), van het Verdrag voldoet; of
- c)
met 5 procentpunten indien het project inzake onderzoek en ontwikkeling wordt uitgevoerd in een steungebied dat aan de voorwaarden van artikel 107, lid 3, punt c), van het Verdrag voldoet;
- d)
met 25 procentpunten indien het project inzake onderzoek en ontwikkeling:
- i)
door een lidstaat is geselecteerd na een openbare oproep om deel uit te maken van een project dat gezamenlijk wordt opgezet door ten minste drie lidstaten of overeenkomstsluitende partijen bij de EER-overeenkomst; en
- ii)
een daadwerkelijke samenwerking inhoudt tussen ondernemingen in ten minste twee lidstaten of overeenkomstsluitende partijen bij de EER-overeenkomst wanneer de begunstigde een kmo is, of in ten minste drie lidstaten of overeenkomstsluitende partijen bij de EER-overeenkomst wanneer de begunstigde een grote onderneming is; en
- iii)
indien ten minste een van de twee volgende voorwaarden is vervuld:
- —
de resultaten van het project inzake onderzoek en ontwikkeling worden ruim verspreid in ten minste drie lidstaten of overeenkomstsluitende partijen bij de EER-overeenkomst via conferenties, publicaties, open access-repositories, of gratis of opensource-software; of
- —
de begunstigde verbindt zich ertoe licenties voor onderzoeksresultaten van gesteunde projecten inzake onderzoek en ontwikkeling die door intellectuele-eigendomsrechten worden beschermd, tijdig tegen marktprijs en op niet-exclusieve en niet-discriminerende basis beschikbaar te stellen voor gebruik door geïnteresseerde partijen in de EER.
7.
De steunintensiteit voor haalbaarheidsstudies kan worden verhoogd met 10 procentpunten voor middelgrote ondernemingen en met 20 procentpunten voor kleine ondernemingen.