Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) nr. 651/2014 waarbij bepaalde categorieën steun op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag met de interne markt verenigbaar worden verklaard
Artikel 30 Steun voor onderzoek en ontwikkeling in de visserij- en aquacultuursector
Geldend
Geldend van 01-07-2014 tot 01-01-2027
- Bronpublicatie:
17-06-2014, PbEU 2014, L 187 (uitgifte: 26-06-2014, regelingnummer: 651/2014)
- Inwerkingtreding
01-07-2014
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
17-06-2014, PbEU 2014, L 187 (uitgifte: 26-06-2014, regelingnummer: 651/2014)
- Vakgebied(en)
Mededingingsrecht / EU-mededingingsrecht
Mededingingsrecht / Groepsvrijstellingen
Bestuursrecht algemeen / Bijzondere onderwerpen bestuursrecht
1.
Steun voor onderzoek en ontwikkeling in de visserij- en aquacultuursector is verenigbaar met de interne markt in de zin van artikel 107, lid 3, van het Verdrag en is van de aanmeldingsverplichting van artikel 108, lid 3, van het Verdrag vrijgesteld, mits de in dit artikel en in hoofdstuk I vastgestelde voorwaarden zijn vervuld.
2.
Het gesteunde project is van belang voor alle marktdeelnemers in de betrokken sector of subsector.
3.
Vóór de datum van aanvang van het gesteunde project wordt op internet de volgende informatie bekendgemaakt:
- a)
dat het gesteunde project zal worden uitgevoerd;
- b)
de doelstellingen van het gesteunde project;
- c)
de vermoedelijke datum van de publicatie van de resultaten die van het gesteunde project worden verwacht, en waar zij op internet zullen worden bekendgemaakt;
- d)
een vermelding dat de resultaten van het gesteunde project kosteloos beschikbaar zullen zijn voor alle ondernemingen die in de betrokken sector of subsector actief zijn.
4.
De resultaten van het gesteunde project worden op internet beschikbaar gesteld vanaf de einddatum van het gesteunde project of vanaf de datum waarop informatie over die resultaten wordt gegeven aan leden van specifieke organisaties, afhankelijk van wat als eerste plaatsvindt. De resultaten blijven op internet beschikbaar gedurende ten minste vijf jaar vanaf de einddatum van het gesteunde project.
5.
De steun wordt rechtstreeks aan de organisatie voor onderzoek en kennisverspreiding verleend en mag niet bestaan in rechtstreekse niet-onderzoeksgerelateerde steun aan een onderneming die visserij- of aquacultuurproducten produceert, verwerkt of afzet.
6.
De in aanmerking komende kosten zijn de in artikel 25, lid 3, vastgestelde kosten.
7.
De steunintensiteit bedraagt ten hoogste 100 % van de in aanmerking komende kosten.