Uitvoeringswet verordening Europese betalingsbevelprocedure
Artikel 2
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2016
- Bronpublicatie:
12-07-2012, Stb. 2015, 98 jo Stb. 2012, 313 (uitgifte: 13-07-2012, kamerstukken: 32891)
28-02-2015, Stb. 2015, 98 jo Stb. 2012, 313 (uitgifte: 10-03-2015, kamerstukken: 32834)
- Inwerkingtreding
01-01-2016
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
04-06-2015, Stb. 2015, 210 (uitgifte: 16-06-2015, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Bijzondere onderwerpen
Burgerlijk procesrecht / Beslag en executie
1.
Een verzoek om een Europees betalingsbevel als bedoeld in artikel 7 van de verordening wordt gedaan aan de rechtbank Den Haag.
2.
Wordt een verzoek, als bedoeld in het eerste lid, ingediend bij een andere rechtbank dan de rechtbank Den Haag, dan verklaart de rechter zich ambtshalve onbevoegd en verwijst hij de zaak in de stand waarin deze zich bevindt naar de rechtbank Den Haag. De griffier zendt een afschrift van de beschikking, alsmede de op de procedure betrekking hebbende stukken aan de griffier van de rechtbank Den Haag.