Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) 2017/1129 betreffende het prospectus dat moet worden gepubliceerd wanneer effecten aan het publiek worden aangeboden of tot de handel op een gereglementeerde markt worden toegelaten en tot intrekking van Richtlijn 2003/71/EG
Artikel 30 Samenwerking met derde landen
Geldend
Geldend van 20-07-2017 tot 04-12-2024
- Bronpublicatie:
14-06-2017, PbEU 2017, L 168 (uitgifte: 30-06-2017, regelingnummer: 2017/1129)
- Inwerkingtreding
20-07-2017
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
14-06-2017, PbEU 2017, L 168 (uitgifte: 30-06-2017, regelingnummer: 2017/1129)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Bank- en effectenrecht
Financieel recht / Europees financieel recht
1.
Voor de toepassing van artikel 29 en, ingeval zulks noodzakelijk wordt geacht, voor de toepassing van artikel 28 gaan de bevoegde autoriteiten van de lidstaten met toezichthoudende autoriteiten van derde landen samenwerkingsovereenkomsten aan met betrekking tot het uitwisselen van informatie met toezichthoudende autoriteiten van derde landen en het handhaven in derde landen van de verplichtingen die uit deze verordening voortvloeien, tenzij het betrokken derde land, overeenkomstig een door de Commissie uit hoofde van artikel 9 van Richtlijn (EU) 2015/849 van het Europees Parlement en de Raad (1) vastgestelde vigerende gedelegeerde handeling, op de lijst staat van rechtsgebieden welke strategische tekortkomingen vertonen in hun nationale regelgeving inzake bestrijding van het witwassen van geld en terrorismefinanciering (anti-money laundering/combating the financing of terrorism) en een aanzienlijke bedreiging vormen voor het financiële stelsel van de Unie. Deze samenwerkingsovereenkomsten waarborgen minimaal een doelmatige informatie-uitwisseling waardoor de bevoegde autoriteiten in staat worden gesteld hun taken krachtens deze verordening te vervullen.
Een bevoegde autoriteit stelt ESMA en de andere bevoegde autoriteiten ervan in kennis wanneer zij voornemens is om een dergelijke overeenkomst aan te gaan.
2.
Met het oog op de toepassing van artikel 29 en, ingeval zulks noodzakelijk wordt geacht, met het oog op de toepassing van artikel 28 vergemakkelijkt en coördineert ESMA de ontwikkeling van samenwerkingsovereenkomsten tussen de bevoegde autoriteiten van de lidstaten en de relevante toezichthoudende autoriteiten van derde landen.
Indien zulks noodzakelijk is, vergemakkelijkt en coördineert ESMA tevens de uitwisseling tussen de bevoegde autoriteiten van de lidstaten van inlichtingen die van toezichthoudende autoriteiten van derde landen zijn verkregen, en die mogelijk relevant zijn voor het treffen van maatregelen krachtens de artikelen 38 en 39.
3.
De bevoegde autoriteiten gaan alleen samenwerkingsovereenkomsten voor informatie-uitwisseling met de toezichthoudende autoriteiten van derde landen aan indien met betrekking tot de verstrekte gegevens ten minste gelijkwaardige waarborgen inzake het beroepsgeheim gelden als die welke in artikel 35 worden bedoeld. Een dergelijke informatie-uitwisseling moet bestemd zijn voor de vervulling van de taken van die bevoegde autoriteiten.
4.
ESMA kan, of moet indien de Commissie daarom verzoekt, ontwerpen van technische reguleringsnormen ontwikkelen ter bepaling van de minimale inhoud van de in lid 1 bedoelde samenwerkingsovereenkomsten en het daarvoor te gebruiken modeldocument.
Aan de Commissie wordt de bevoegdheid gedelegeerd om de in de eerste alinea bedoelde technische reguleringsnormen overeenkomstig de artikelen 10 tot en met 14 van Verordening (EU) nr. 1095/2010 vast te stellen.
Voetnoten
Richtlijn (EU) 2015/849 van het Europees Parlement en de Raad van 20 mei 2015 inzake de voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld of terrorismefinanciering, tot wijziging van Verordening (EU) nr. 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van Richtlijn 2005/60/EG van het Europees Parlement en de Raad en Richtlijn 2006/70/EG van de Commissie (PB L 141 van 5.6.2015, blz. 73).