Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) 2020/1784 inzake de betekening en de kennisgeving in de lidstaten van gerechtelijke en buitengerechtelijke stukken in burgerlijke of in handelszaken (de betekening en de kennisgeving van stukken)
Artikel 10 Ontvangst van stukken door de ontvangende instantie
Geldend
Geldend vanaf 22-12-2020
- Bronpublicatie:
25-11-2020, PbEU 2020, L 405 (uitgifte: 02-12-2020, regelingnummer: 2020/1784)
- Inwerkingtreding
22-12-2020
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
25-11-2020, PbEU 2020, L 405 (uitgifte: 02-12-2020, regelingnummer: 2020/1784)
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Europees burgerlijk procesrecht
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
1.
Bij ontvangst van een stuk zendt de ontvangende instantie de verzendende instantie automatisch en zo spoedig mogelijk een ontvangstbevestiging via het gedecentraliseerde IT-systeem; wordt die ontvangstbevestiging met andere middelen verzonden, dan geschiedt dit zo spoedig mogelijk en in ieder geval binnen zeven dagen na ontvangst door middel van formulier D in bijlage I.
2.
Indien de aanvraag voor betekening of kennisgeving niet aan de hand van de toegezonden gegevens of stukken kan worden uitgevoerd, neemt de ontvangende instantie zonder onnodige vertraging door middel van formulier E in bijlage I contact op met de verzendende instantie om de ontbrekende gegevens of stukken te verkrijgen.
3.
Indien de aanvraag voor betekening of kennisgeving duidelijk buiten het toepassingsgebied van deze verordening valt of indien de betekening of kennisgeving niet mogelijk is omdat niet aan de vormvoorschriften is voldaan, worden de aanvraag en de toegezonden stukken na ontvangst zonder onnodige vertraging aan de verzendende instantie teruggezonden, samen met een bericht van terugzending, door middel van formulier F in bijlage I.
4.
Indien een ontvangende instantie een stuk ter betekening of kennisgeving ontvangt waarvoor zij voor de betekening of kennisgeving ervan niet territoriaal bevoegd is, stuurt zij dat stuk samen met de aanvraag zonder onnodige vertraging door aan de ontvangende instantie die in de aangezochte lidstaat territoriaal bevoegd is, indien de aanvraag aan de in artikel 8, lid 2, bedoelde voorwaarden voldoet. De ontvangende instantie stelt tegelijkertijd de verzendende instantie daarvan in kennis door middel van formulier G in bijlage I. Na ontvangst van het stuk en van de aanvraag door de ontvangende instantie die in de aangezochte lidstaat territoriaal bevoegd is, zendt die ontvangende instantie zo spoedig mogelijk en in elk geval binnen zeven dagen na ontvangst een ontvangstbevestiging aan de verzendende instantie door middel van formulier H in bijlage I.