Einde inhoudsopgave
Wet zeevarenden
Artikel 24
Geldend
Geldend vanaf 03-05-2014
- Bronpublicatie:
25-09-2013, Stb. 2013, 381 (uitgifte: 17-10-2013, kamerstukken: 33442)
- Inwerkingtreding
03-05-2014
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
25-04-2014, Stb. 2014, 161 (uitgifte: 02-05-2014, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Vervoersrecht / Zeevervoer
1.
Onze Minister trekt een vaarbevoegdheidsbewijs als bedoeld in artikel 18, 22 of 22a in, indien:
- a.
uit een onderzoek naar de bekwaamheid, bedoeld in artikel 23, vierde lid, blijkt dat de houder niet meer voldoet aan de in artikel 19, eerste lid, aanhef en onderdeel a, ten 1°, bedoelde beroepsvereisten;
- b.
een van de voor de houder voorgeschreven geneeskundige verklaringen van geschiktheid voor de zeevaart ingevolge artikel 23 ongeldig is verklaard, of indien de houder blijvend medisch ongeschikt voor de zeevaart is verklaard.
2.
Een vaarbevoegdheidsbewijs, een bekwaamheidsbewijs voor het dienstdoen op tankers door een kapitein of een officier, of een bewijs van aanvraag om erkenning van een vaarbevoegdheidsbewijs als bedoeld in artikel 18, vierde lid, kan door Onze Minister voorts worden ingetrokken indien is gebleken dat bij de aanvraag ervan onjuiste gegevens zijn opgegeven dan wel dat valse of vervalste documenten zijn overgelegd.
3.
Onze Minister kan, ter voorkoming van een noodsituatie of gevaar voor het scheepvaartverkeer, de houder van een vaarbevoegdheidsbewijs voor ten hoogste 24 uur een verbod opleggen aan boord van een schip een functie uit te oefenen of werkzaamheden te verrichten.
4.
Onze Minister trekt een vaarbevoegdheidsbewijs als bedoeld in artikel 22 of 22a in, indien de geldigheid van het buitenlandse vaarbevoegdheidsbewijs of bekwaamheidsbewijs op grond waarvan dat vaarbevoegdheidsbewijs is afgegeven, door of vanwege de bevoegde buitenlandse autoriteit is geschorst of ingetrokken.
5.
Onze Minister stelt de bevoegde buitenlandse autoriteit in kennis van de toepassing van het eerste en tweede lid van dit artikel ten aanzien van een vaarbevoegdheidsbewijs als bedoeld in artikel 22 of 22a.