Einde inhoudsopgave
Tijdelijk crisiskader voor staatssteunmaatregelen ter ondersteuning van de economie na de Russische agressie tegen Oekraïne
2.3 Liquiditeitssteun in de vorm van gesubsidieerde leningen
Geldend
Geldend vanaf 09-11-2022
- Bronpublicatie:
09-11-2022, PbEU 2022, C 426 (uitgifte: 09-11-2022, regelingnummer: 2022/C 426/01)
- Inwerkingtreding
09-11-2022
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
09-11-2022, PbEU 2022, C 426 (uitgifte: 09-11-2022, regelingnummer: 2022/C 426/01)
- Vakgebied(en)
Ondernemingsrecht / Economische ordening
Staatssteun (V)
Energierecht / Algemeen
(62)
Om ondernemingen die door de huidige crisis worden geraakt, de toegang tot liquiditeit te verzekeren, kunnen rentesubsidies onder de huidige omstandigheden voor een beperkte periode en een beperkt kredietbedrag een passende, noodzakelijke en gerichte oplossing zijn.
(63)
Voor dezelfde onderliggende hoofdsom van een lening mogen leningen die op grond van deze afdeling worden verstrekt, niet worden gecumuleerd met steun toegekend op grond van afdeling 2.2 van deze mededeling, en omgekeerd. Op grond van deze mededeling verstrekte leningen en garanties mogen worden gecumuleerd voor verschillende leningen, op voorwaarde dat het totale kredietbedrag per begunstigde de drempels in punt 61, e), of in punt 64, e), niet overschrijdt. Een begunstigde kan parallel meerdere gesubsidieerde leningen op grond van deze afdeling genieten, op voorwaarde dat het totale kredietbedrag per begunstigde de plafonds in punt 64, e), niet overschrijdt.
(64)
De Commissie zal staatssteun in de vorm van subsidieerde leningen in reactie op de huidige crisis als op grond van artikel 107, lid 3, punt b), VWEU verenigbaar met de interne markt beschouwen, mits aan de volgende voorwaarden is voldaan:
- a.
de leningen worden niet toegekend aan kredietinstellingen of andere financiële instellingen;
- b.
de leningen mogen worden toegekend tegen verlaagde rentepercentages die ten minste gelijk zijn aan het basispercentage (eenjaars IBOR of gelijkwaardig, zoals gepubliceerd door de Commissie (1)) dat ofwel op 1 oktober 2022 (2) beschikbaar is, ofwel op het moment van de toekenning van de steun van toepassing is, vermeerderd met de kredietrisico-opslagen uit de onderstaande tabel (3):
Soort ontvanger
Kredietrisico-opslag voor jaar 1
Kredietrisico-opslag voor jaar 2 tot 3
Kredietrisico-opslag voor jaar 4 tot 6
Kleine en middelgrote ondernemingen
25 basispunten (1)
50 basispunten (2)
100 basispunten
Grote ondernemingen
50 basispunten
100 basispunten
200 basispunten
- c.
als alternatief mogen de lidstaten regelingen aanmelden waarbij de bovenstaande tabel als basis dient, maar waarbij de looptijd van de lening en de hoogte van de kredietrisico-opslagen mogen variëren: zo mag bijvoorbeeld een vaste kredietrisico-opslag voor de volledige looptijd van de lening worden gebruikt als die hoger is dan de minimale kredietrisico-opslag voor het eerste jaar voor elke soort begunstigde, zoals aangepast volgens de looptijd van de lening op grond van dit punt (4)(5);
- d.
de leningsovereenkomsten worden uiterlijk 31 december 2023 ondertekend en zijn beperkt tot maximaal zes jaar, tenzij de looptijd overeenkomstig punt 64, c), wordt aangepast;
- e.
het totale kredietbedrag per begunstigde mag niet meer bedragen dan:
- i.
15 % van de gemiddelde totale jaaromzet van de begunstigde over de laatste drie afgesloten boekhoudkundige perioden (6); of
- ii.
50 % van de energiekosten over de twaalf maanden vóór de maand waarin de steunaanvraag is ingediend (7);
- iii.
met een door de lidstaat aan de Commissie te verstrekken passende motivering (met betrekking tot bijvoorbeeld de uitdagingen waarmee de begunstigde in de huidige crisis te kampen heeft) (8) mag het bedrag van de lening worden verhoogd:
- —
om de liquiditeitsbehoeften te dekken: vanaf het moment van toekenning voor de komende 12 maanden voor kleine en middelgrote ondernemingen (9) en voor de komende 6 maanden voor grote ondernemingen;
- —
voor grote ondernemingen die financiële zekerheid voor handelsactiviteiten op energiemarkten moeten bieden, om de uit deze activiteiten voortvloeiende liquiditeitsbehoeften voor de komende 12 maanden te dekken;
- —
de liquiditeitsbehoeften moeten door de begunstigde via zelfcertificering worden vastgesteld (10);
- —
de liquiditeitsbehoeften die reeds door steunmaatregelen op grond van het tijdelijke COVID-steunkader worden gedekt, mogen niet worden gedekt door maatregelen op grond van deze mededeling;
- f.
leningen moeten investerings- en/of werkkapitaalbehoeften betreffen;
- g.
leningen mogen worden verstrekt rechtstreeks aan eindbegunstigden of aan kredietinstellingen en andere financiële instellingen als financiële intermediairs. In dat laatste geval moeten de kredietinstellingen of andere financiële instellingen de voordelen van de rentesubsidies voor leningen maximaal doorgeven aan de eindbegunstigden. De financiële intermediair moet kunnen aantonen dat hij een mechanisme hanteert dat ervoor zorgt dat de voordelen maximaal aan de eindbegunstigden worden doorgegeven zonder de toekenning van gesubsidieerde leningen op grond van deze afdeling afhankelijk te stellen van de herfinanciering van bestaande leningen.
Voetnoten
Basispercentages berekend overeenkomstig de mededeling van de Commissie over de herziening van de methode waarmee de referentie- en disconteringspercentages worden vastgesteld (PB C 14 van 19.1.2008, blz. 6) en gepubliceerd op de website van DG Concurrentie op: https://ec.europa.eu/competition-policy/state-aid/legislation/reference-discount-rates-and-recovery-interest-rates_en
Voor leningen die tot en met 31 december 2022 zijn verstrekt, mag het basispercentage van 1 februari 2022 worden gebruikt.
Indien voor rentebetalingen een aflossingsvrije periode wordt toegepast, moeten de minimale rentepercentages van punt 64, b), in aanmerking worden genomen en moet de rente vanaf de eerste dag van de aflossingsvrije periode worden berekend en ten minste op jaarbasis worden gekapitaliseerd. De looptijd van de leningsovereenkomsten blijft beperkt tot maximaal zes jaar vanaf het moment van toekenning ervan, tenzij de looptijd overeenkomstig punt 64, c), wordt aangepast en het in punt 64, e) bedoelde totale kredietbedrag per begunstigde niet wordt overschreden.
Het minimale all-in rentepercentage (basispercentage vermeerderd met de kredietrisico-opslagen) moet ten minste 10 basispunten per jaar bedragen.
Het minimale all-in rentepercentage (basispercentage vermeerderd met de kredietrisico-opslagen) moet ten minste 10 basispunten per jaar bedragen.
Het minimale all-in rentepercentage (basispercentage vermeerderd met de kredietrisico-opslagen) moet ten minste 10 basispunten per jaar bedragen.
Zie de samenvatting van de beschikkingspraktijk inzake modulatie op grond van punt 64, c), zoals gepubliceerd op de website van DG Concurrentie: https://ec.europa.eu/competition-policy/state-aid/ukraine_en
Indien de begunstigden van de maatregel pas opgerichte ondernemingen zijn die geen drie afgesloten jaarrekeningen hebben, wordt het in punt 64, e, i) vermelde toepasselijke plafond berekend op basis van de bestaansduur van de onderneming op het moment van de steunaanvraag door de onderneming.
Indien de begunstigden van de maatregel pas opgerichte ondernemingen zijn die geen cijfers hebben voor het geheel van de voorgaande twaalf maanden, wordt het in punt 64, e, ii) vermelde toepasselijke plafond berekend op basis van de bestaansduur van de onderneming op het moment van de steunaanvraag door de onderneming.
De passende motivering kan verband houden met het feit dat begunstigden actief zijn in sectoren die bijzonder worden getroffen door directe of indirecte effecten van de Russische agressie, met inbegrip van beperkende economische maatregelen door de Unie en haar internationale partners, maar ook tegenmaatregelen van Rusland. Bij die effecten kan het onder meer gaan om verstoringen van toeleveringsketens of openstaande betalingen vanuit Rusland of Oekraïne, verhoogde prijsvolatiliteit op de energiemarkten en gerelateerde zekerheidsbehoeften, verhoogde risico's op cyberaanvallen of prijsstijgingen voor specifieke inputs of grondstoffen die door de huidige crisis worden geraakt.
Het liquiditeitsplan kan zowel werkkapitaal als investeringskosten omvatten. De Commissie verduidelijkt dat de lidstaten, zolang deze mededeling van kracht is, in het kader van deze afdeling aanvullende gesubsidieerde leningen kunnen toekennen aan begunstigden die dergelijke steun reeds hebben ontvangen om nieuwe liquiditeitsbehoeften in aanmerking te nemen die niet in de oorspronkelijke liquiditeitsbehoeftenbeoordeling waren opgenomen. Die steun moet aan de voorwaarden van deze mededeling voldoen, en er moet worden gewaarborgd dat dezelfde liquiditeitsbehoeften slechts eenmaal worden gedekt.