Einde inhoudsopgave
Tijdelijk crisiskader voor staatssteunmaatregelen ter ondersteuning van de economie na de Russische agressie tegen Oekraïne
2.2 Liquiditeitssteun in de vorm van garanties
Geldend
Geldend vanaf 09-11-2022
- Bronpublicatie:
09-11-2022, PbEU 2022, C 426 (uitgifte: 09-11-2022, regelingnummer: 2022/C 426/01)
- Inwerkingtreding
09-11-2022
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
09-11-2022, PbEU 2022, C 426 (uitgifte: 09-11-2022, regelingnummer: 2022/C 426/01)
- Vakgebied(en)
Ondernemingsrecht / Economische ordening
Staatssteun (V)
Energierecht / Algemeen
(59)
Om voor ondernemingen die door de huidige crisis worden geraakt, de toegang tot liquiditeit te verzekeren, kunnen onder de huidige omstandigheden overheidsgaranties op leningen voor een beperkte periode en een beperkt kredietbedrag een passende, noodzakelijke en gerichte oplossing zijn (1).
(60)
Voor dezelfde onderliggende hoofdsom van een lening mogen garanties die op grond van deze afdeling worden afgegeven, niet worden gecumuleerd met op grond van afdeling 2.3 van deze mededeling toegekende steun, en omgekeerd, noch met steun toegekend op grond van de afdelingen 3.2 en 3.3 van het tijdelijke COVID-19-steunkader. Op grond van deze afdeling afgegeven garanties mogen worden gecumuleerd voor verschillende leningen, op voorwaarde dat het totale kredietbedrag per begunstigde de plafonds in punt 61, e), van deze mededeling niet overschrijdt. Een begunstigde kan parallel meerdere maatregelen op grond van deze afdeling genieten, op voorwaarde dat het totale kredietbedrag per begunstigde de plafonds in punt 61, e), niet overschrijdt.
(61)
De Commissie zal dergelijke staatssteun in de vorm van overheidsgaranties als op grond van artikel 107, lid 3, punt b), VWEU verenigbaar met de interne markt beschouwen, mits het volgende in acht wordt genomen:
- a.
de overheidsgaranties worden afgegeven ten behoeve van nieuwe individuele leningen verstrekt aan ondernemingen;
- b.
de garantiepremies worden per individuele lening vastgesteld op een minimumniveau, dat progressief moet stijgen naarmate de looptijd van de gegarandeerde lening toeneemt, zoals aangegeven in de volgende tabel:
Soort ontvanger
Jaar 1
Jaar 2 tot 3
Jaar 4 tot 6
Kleine en middelgrote ondernemingen
25 basispunten
50 basispunten
100 basispunten
Grote ondernemingen
50 basispunten
100 basispunten
200 basispunten
- c.
als alternatief mogen de lidstaten regelingen aanmelden waarbij de bovenstaande tabel als basis dient maar waarbij de looptijd van de garantie, de garantiepremies en garantiedekking mogen variëren voor de hoofdsom van elke onderliggende individuele lening (zo zou een lagere garantiedekking een langere looptijd kunnen compenseren of lagere garantiepremies mogelijk kunnen maken). Een vast premiebedrag voor de volledige looptijd van de garantie mag worden gebruikt als dat hoger is dan de minimumpremies voor het eerste jaar die in bovenstaande tabel voor elke soort begunstigde zijn opgenomen, zoals aangepast volgens looptijd van de garantie en de garantiedekking op grond van dit lid;
- d.
de garantie wordt uiterlijk 31 december 2023 toegekend;
- e.
het totale kredietbedrag per begunstigde, waarvoor op grond van deze afdeling een garantie wordt afgegeven, mag niet meer bedragen dan:
- i.
15 % van de gemiddelde totale jaaromzet van de begunstigde over de laatste drie afgesloten boekhoudkundige perioden (2);
- ii.
50 % van de energiekosten over de twaalf maanden vóór de maand waarin de steunaanvraag is ingediend (3); of
- iii.
met een door de lidstaat aan de Commissie ter beoordeling te verstrekken passende motivering (met betrekking tot bijvoorbeeld de uitdagingen waarmee de begunstigde in de huidige crisis te kampen heeft) (4) mag het bedrag van de lening worden verhoogd:
- —
om de liquiditeitsbehoeften vanaf het moment van toekenning voor de komende 12 maanden voor kleine en middelgrote ondernemingen (5) en voor de komende 6 maanden voor grote ondernemingen te dekken;
- —
voor grote ondernemingen die financiële zekerheid voor handelsactiviteiten op energiemarkten moeten bieden, om de uit deze activiteiten voortvloeiende liquiditeitsbehoeften vanaf het moment van toekenning voor de komende 12 maanden te dekken;
- —
de liquiditeitsbehoeften moeten door de begunstigde via zelfcertificering worden vastgesteld (6);
- —
de liquiditeitsbehoeften die reeds door steunmaatregelen op grond van het tijdelijke COVID-19-steunkader worden gedekt, mogen niet worden gedekt door maatregelen die op grond van deze mededeling worden goedgekeurd;
- f.
de looptijd van de garantie is beperkt tot maximaal zes jaar, tenzij die looptijd overeenkomstig punt 61, c), wordt aangepast, en de overheidsgarantie mag niet meer bedragen dan:
- i.
90 % van de hoofdsom van de lening, indien verliezen evenredig en op dezelfde voorwaarden door de kredietinstelling en de Staat worden gedragen; of
- ii.
35 % van de hoofdsom van de lening, indien verliezen eerst door de Staat worden gedragen en daarna pas door de kredietinstelling (d.w.z. een first-loss-garantie); en
- iii.
in beide bovenstaande gevallen moet, wanneer de omvang van de lening mettertijd afneemt (bijvoorbeeld omdat de terugbetaling van de lening is gestart), het gegarandeerde bedrag evenredig afnemen;
- g.
indien de lidstaat daartoe een passende motivering verstrekt kan de overheidsgarantie, in afwijking van de punten 61, a), 61, e), 61, f) en 61, h), als niet-gefinancierde financiële zekerheid (7) aan centrale tegenpartijen of clearing members worden verstrekt ter dekking van nieuwe liquiditeitsbehoeften die voortvloeien uit de noodzaak om financiële zekerheid te stellen voor geclearde handelsactiviteiten op de energiemarkten. De dekking voor deze niet-gefinancierde garanties mag uitzonderlijk meer dan 90 % bedragen. Voor deze niet-gefinancierde garanties moet de lidstaat:
- i.
indien de garantiedekking meer dan 90 % bedraagt, onderbouwd en gedetailleerd bewijzen dat die hogere dekking nodig is, en zich ertoe verbinden om te verifiëren en regelmatig te controleren dat eindbegunstigden niet via andere bronnen van interne of externe financiering, waaronder andere steun in het kader van deze mededeling, aan die liquiditeitsbehoeften kunnen voldoen;
- ii.
motivering verschaffen voor het bedrag van de garanties, dat in geen geval hoger mag zijn dan het bedrag ter dekking van de liquiditeitsbehoeften voor de komende 12 maanden die voortvloeien uit de noodzaak om financiële zekerheden te stellen voor geclearde handelsactiviteiten op energiemarkten. De lidstaten moeten die noodzaak regelmatig controleren;
- iii.
motivering verschaffen voor de periode waarvoor de garantie wordt verleend, die tot uiterlijk 31 december 2023 moet worden beperkt en in geen geval langer mag zijn dan de periode waarin dergelijke garanties als zeer liquide zekerheden worden beschouwd overeenkomstig Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 153/2013 van de Commissie van 19 december 2012 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad met betrekking tot technische reguleringsnormen inzake vereisten voor centrale tegenpartijen (8), als gewijzigd;
- iv.
aantonen op welke manier de voorwaarden voor het gebruik van de garantie in voldoende mate tegengewicht bieden voor moral hazards met betrekking tot de begunstigde en de financiële intermediair. Dit betreft met name de voorwaarde betreffende de terugvordering van de gegarandeerde bedragen bij de eindbegunstigde, waarbij de vordering van de lidstaat op de activa van de eindbegunstigde op hetzelfde of een hoger prioriteitsniveau als de overige uitstaande preferente schulden en leningen van de eindbegunstigde moet worden geplaatst;
- v.
de premies vermelden die voor dergelijke garanties worden toegepast, en die ten minste gelijk moeten zijn aan de in de tabel van punt 61, b), bedoelde garantiepremies plus 200 basispunten en, indien de centrale tegenpartij of clearing member geen rente of vergoedingen aanrekent voor de niet-gefinancierde zekerheidspositie, moet de basisrente van punt 64, b) worden toegevoegd;
- vi.
waarborgen dat ook de punten 61, d) en 61, i) worden nageleefd. De optie van punt 61, c) is niet van toepassing en de garantie heeft alleen betrekking op liquiditeitsbehoeften in de zin van punt 61, g);
- h.
de garantie moet investerings- en/of werkkapitaalleningen betreffen;
- i.
garanties mogen worden afgegeven rechtstreeks aan eindbegunstigden of aan kredietinstellingen en andere financiële instellingen als financiële intermediairs. De kredietinstellingen of andere financiële instellingen moeten de voordelen van de overheidsgaranties maximaal doorgeven aan de eindbegunstigden. De financiële intermediair moet kunnen aantonen dat hij een mechanisme hanteert dat ervoor zorgt dat de voordelen maximaal aan de eindbegunstigden worden doorgegeven in de vorm van hogere volumes aan financiering, een hoger risicoprofiel van de portefeuille, lagere eisen inzake zekerheden, lagere garantiepremies of lagere rentepercentages dan zonder dergelijke overheidsgaranties het geval was geweest.
Voetnoten
Voor de toepassing van deze afdeling omvat de term ‘overheidsgaranties op leningen’ ook garanties op bepaalde factoringproducten, namelijk garanties op recourse factoring en reverse factoring waarbij de factor een regresrecht heeft op de factoree. In aanmerking komende reverse-factoringproducten moeten beperkt blijven tot producten die alleen worden gebruikt nadat de verkoper zijn deel van de transactie reeds heeft geleverd, d.w.z. het product of de dienst is geleverd. Financial lease valt ook onder de term ‘overheidsgaranties op leningen’. Indien overheidsgaranties gericht zijn op liquiditeitsbehoeften van ondernemingen die financiële zekerheden moeten stellen voor handelsactiviteiten op de energiemarkten, kunnen die overheidsgaranties uitzonderlijk ook bankgaranties omvatten of als financiële zekerheid aan centrale tegenpartijen of clearing members worden verstrekt.
Indien de begunstigden van de maatregel pas opgerichte ondernemingen zijn die geen drie afgesloten jaarrekeningen hebben, wordt het in punt 61, e, i) vermelde toepasselijke plafond berekend op basis van de bestaansduur van de onderneming op het moment van de steunaanvraag door de onderneming.
Indien de begunstigden van de maatregel pas opgerichte ondernemingen zijn die geen cijfers hebben voor het geheel van de voorgaande twaalf maanden, wordt het in punt 61, e, ii) vermelde toepasselijke plafond berekend op basis van de bestaansduur van de onderneming op het moment van de steunaanvraag door de onderneming.
De passende motivering kan verband houden met het feit dat begunstigden actief zijn in sectoren die bijzonder worden getroffen door directe of indirecte effecten van de agressie, met inbegrip van sancties opgelegd door de EU of haar internationale partners, maar ook tegenmaatregelen van bijvoorbeeld Rusland. Bij die effecten kan het onder meer gaan om verstoringen van toeleveringsketens of openstaande betalingen vanuit Rusland of Oekraïne, verhoogde risico's op cyberaanvallen of prijsstijgingen voor specifieke inputs of grondstoffen die door de huidige crisis worden geraakt.
Het liquiditeitsplan kan zowel werkkapitaal als investeringskosten omvatten. De Commissie verklaart dat de lidstaten, zolang deze mededeling van kracht is, in het kader van deze afdeling aanvullende overheidsgaranties kunnen verstrekken aan begunstigden die dergelijke steun reeds hebben ontvangen, om tegemoet te komen aan nieuwe liquiditeitsbehoeften die niet in de oorspronkelijke liquiditeitsbehoeftenbeoordeling waren opgenomen. Die steun moet aan de voorwaarden van deze mededeling voldoen, en er moet worden gewaarborgd dat dezelfde liquiditeitsbehoeften slechts eenmaal worden gedekt.
Zoals toegelicht in voetnoot (1) en in tegenstelling tot de overheidsgarantie voor leningen conform deze afdeling die worden gebruikt om ondernemingen gemakkelijker rechtstreeks van liquiditeit te voorzien, zijn de als financiële zekerheid conform dit punt (61)g) verstrekte overheidsgaranties niet-gefinancierd en worden zij rechtstreeks aan de centrale tegenpartij of clearing member verstrekt zonder enig onderliggend instrument.
PB L 52 van 23.2.2013, blz. 41.