Einde inhoudsopgave
Besluit activiteiten leefomgeving
Artikel 5.32 (controleregime en meetplicht)
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2024
- Bronpublicatie:
16-09-2020, Stb. 2020, 400 (uitgifte: 28-10-2020, kamerstukken/regelingnummer: -)
03-07-2018, Stb. 2018, 293 (uitgifte: 31-08-2018, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
05-04-2023, Stb. 2023, 113 (uitgifte: 07-04-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
05-04-2023, Stb. 2023, 113 (uitgifte: 07-04-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Ministerie van Economische Zaken en Klimaat
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- Vakgebied(en)
Omgevingsrecht / Algemeen
Omgevingsrecht / Omgevingswet
1.
De emissiegrenswaarden, bedoeld in artikel 5.30, eerste lid, worden gecontroleerd volgens het controleregime, bedoeld in tabel 5.32.
2.
De controle van emissies wordt gebaseerd op de grootte van de storingsfactor, bedoeld in tabel 5.32.
3.
De storingsfactor wordt berekend door de helft van de storingsemissie te delen door de ondergrens, uitgedrukt in kilogram per jaar.
4.
De storingsemissie is de toename van de vracht van de emissie, uitgedrukt in gram per uur, bij het falen van een reinigingstechniek of procesgeïntegreerde maatregel, en wordt berekend als het verschil tussen de ongereinigde massastroom en de massastroom, berekend uit het debiet, vermenigvuldigd met de geldende emissiegrenswaarde.
5.
In afwijking van het tweede lid is controleregime 4 van toepassing op stoffen in stofklasse ERS.
6.
Bij een emissierelevante parameter wordt aangetoond:
- a.
welke emissierelevante parameters de emissies van een specifieke component controleren; en
- b.
binnen welke grenzen de emissierelevante parameters voldoen aan de emissiegrenswaarden.
Storingsfactor | Controle-regime | Controlevormen |
---|---|---|
Minder dan 3 | 0 | Emissierelevante parameters categorie B |
Gelijk aan of meer dan 3, maar minder dan 30 | 1 | Meting eenmalig en emissierelevante parameters categorie B |
Gelijk aan of meer dan 30, maar minder dan 300 | 2 | Meting 1 keer per 3 jaar en emissierelevante parameters categorie B |
Gelijk aan of meer dan 300, maar minder dan 3.000 | 3 | Meting 1 keer per jaar en emissierelevante parameters categorie B |
Gelijk aan of meer dan 3.000 | 4 | Continue meting of emissierelevante parameters categorie A of meting meting twee keer per jaar en emissierelevante parameters categorie B |