Einde inhoudsopgave
Besluit activiteiten leefomgeving
Artikel 5.36 (continue meting)
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2024
- Bronpublicatie:
03-07-2018, Stb. 2018, 293 (uitgifte: 31-08-2018, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
05-04-2023, Stb. 2023, 113 (uitgifte: 07-04-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Ministerie van Economische Zaken en Klimaat
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- Vakgebied(en)
Omgevingsrecht / Algemeen
Omgevingsrecht / Omgevingswet
1.
Een continue meting bestaat uit:
- a.
een rechtstreekse continue meting van de concentratie in het afgas; of
- b.
een continue meting van de parameters van de voor de installatie vastgestelde uitworpkarakteristiek.
2.
Het resultaat van de continue meting zijn de gevalideerde meetresultaten. Dat zijn de meetresultaten van de halfuursgemiddelden of etmaalgemiddelden, verminderd met de aangetoonde meetonzekerheid, die niet meer is dan het percentage van de emissiegrenswaarde, bedoeld in tabel 5.36.
3.
De meetonzekerheid wordt bepaald op basis van het 95%-betrouwbaarheidsinterval van individuele metingen.
Stof | Percentage meetonzekerheid |
---|---|
Zwaveldioxide | 20 |
Stikstofoxide | 20 |
Totaal stof | 30 |
Debiet | 20 |
Overig | 40 |