Einde inhoudsopgave
Wet voortgezet onderwijs 2020
Artikel 5.28 Uitkeren overschrijdingsbedrag aan niet door de gemeente in stand gehouden scholen
Geldend
Geldend vanaf 01-08-2022
- Bronpublicatie:
27-01-2021, Stb. 2021, 57 (uitgifte: 10-02-2021, kamerstukken: 35611)
30-09-2020, Stb. 2020, 379 (uitgifte: 14-10-2020, kamerstukken: 35297)
- Inwerkingtreding
01-08-2022
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
29-11-2021, Stb. 2021, 599 (uitgifte: 09-12-2021, kamerstukken/regelingnummer: -)
29-11-2021, Stb. 2021, 599 (uitgifte: 09-12-2021, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Afhankelijke geldigheid
Treedt tegelijk in werking met de wet van 28-10-2020, Stb. 437.
- Vakgebied(en)
Onderwijsrecht / Voortgezet onderwijs
1.
Na de voorlopige vaststelling van het bedrag van de overschrijding, bedoeld in artikel 5.26, eerste en tweede lid, keert het college van burgemeester en wethouders een voorschot uit aan het bevoegd gezag van een niet door de gemeente in stand gehouden school dat op grond van artikel 5.27, eerste lid, aanspraak heeft op een uitkering. Het voorschot is het voorlopig vastgestelde overschrijdingsbedrag van de overschrijding, berekend volgens artikel 5.27.
2.
Tegelijk met het bekendmaken van de beschikkingen tot voorlopige en definitieve vaststelling van het bedrag van de overschrijding, bedoeld in artikel 5.26, eerste of tweede lid, respectievelijk derde lid, wordt een staat van de voorzieningen als bedoeld in artikel 5.25, eerste lid, onderdeel f, bekendgemaakt, met per kalenderjaar het verloop van de toevoegingen en de onttrekkingen aan de voorzieningen.