Einde inhoudsopgave
Wet voortgezet onderwijs 2020
Artikel 5.26 Vaststellen percentage voor niet door de gemeente in stand gehouden scholen
Geldend
Geldend vanaf 01-08-2022
- Bronpublicatie:
30-09-2020, Stb. 2020, 379 (uitgifte: 14-10-2020, kamerstukken: 35297)
- Inwerkingtreding
01-08-2022
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
29-11-2021, Stb. 2021, 599 (uitgifte: 09-12-2021, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Onderwijsrecht / Voortgezet onderwijs
1.
Om de vijf jaar stelt het college van burgemeester en wethouders voorlopig het totaal vast van de vastgestelde uitgaven en ontvangsten in de voorafgaande vijf kalenderjaren, zoals in artikel 5.25 is aangegeven.
2.
Indien een gemeente vanaf een tijdstip binnen een periode van vijf jaar geen school in stand houdt, stelt het college van burgemeester en wethouders in afwijking van het eerste lid zo spoedig mogelijk na dat tijdstip voorlopig het totaal vast van de vastgestelde uitgaven en ontvangsten in het deel van de periode van vijf jaar dat aan dit tijdstip voorafgaat.
3.
Na het sluiten van de rekening van de gemeente stelt het college van burgemeester en wethouders de bedragen vast, zo nodig gewijzigd.
4.
Indien de uitgaven hoger zijn dan de ontvangsten, bepaalt het college van burgemeester en wethouders het bedrag van de overschrijding en drukt het dit bedrag uit in een percentage van het totaal van de ontvangsten. Het percentage wordt afgerond op twee decimalen. Afronding naar beneden vindt plaats indien de derde decimaal kleiner is dan vijf, en naar boven indien deze decimaal ten minste vijf bedraagt.