Einde inhoudsopgave
Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Bondsrepubliek Duitsland tot regeling van de samenwerking in de Eemsmonding (Eems-Dollardverdrag)
Artikel 35
Geldend
Geldend vanaf 01-08-1963
- Bronpublicatie:
08-04-1960, Trb. 1960, 69 (uitgifte: 18-07-1960, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-08-1963
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
31-07-1963, Trb. 1963, 114 (uitgifte: 01-01-1963, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Ruimtelijk bestuursrecht / Bijzondere onderwerpen
Douane (V)
Vervoersrecht / Zeevervoer
Internationaal publiekrecht / Bijzondere onderwerpen
1.
Het toezicht op de visserij en de jacht wordt in de in lid 1 van artikel 41 en in lid 1 van artikel 42 aangegeven gebieden gemeenschappelijk uitgeoefend. Voor de Duitse vissers en jagers zijn evenwel de Duitse ambtenaren belast met het toezicht op de visserij en de jacht bevoegd, voor de Nederlandse vissers en jagers de Nederlandse ambtenaren belast met het toezicht op de visserij en de jacht. Indien iemand op heterdaad wordt betrapt zijn de met het toezicht belaste ambtenaren van beide Verdragsluitende Partijen, ook ter vervanging van de bevoegde ambtenaren van de andere Partij, gerechtigd de vereiste bescheiden te onderzoeken, de kentekenen van vaartuigen te identificeren en bewijsmiddelen veilig te stellen. De met het toezicht belaste ambtenaren zijn verplicht de bevoegde ambtenaren van de andere Verdragsluitende Partij zo snel mogelijk mededeling te doen van hetgeen door hen is geconstateerd en verricht en op hun verzoek de voortzetting van het onderzoek aan hen over te laten.
2.
Lid 2 en lid 6 van artikel 33 zijn van overeenkomstige toepassing.