Einde inhoudsopgave
Besluit telecommunicatie scheepvaart BES
Artikel 7
Geldend
Geldend vanaf 10-10-2010
- Redactionele toelichting
Tekstplaatsing van het Landsbesluit telecommunicatie scheepvaart, zoals gewijzigd bij het Aanpassingsbesluit openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba (27-09-2010, Stb. 366) en de Tweede aanpassingsregeling BES-wetten. Tijdstip iwtr.: 00.00 uur in Bonaire, Sint Eustatius en Saba. 06.00 uur in het Europese deel van Nederland.
- Bronpublicatie:
21-09-2010, Stb. 2010, 451 (uitgifte: 01-10-2010, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
10-10-2010
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
30-09-2010, Stb. 2010, 389 (uitgifte: 01-01-2010, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Informatierecht / Telecommunicatie
1.
De zendinrichting van jachten en andere vaartuigen waarop het Schepenbesluit 2004 of het Vissersvaartuigenbesluit 2002 niet van toepassing zijn en die varen in het zeegebied A1, binnen het bereik van een VHF kuststation en die belast zijn met reddingswerkzaamheden op zee, vaartuigen die passagiers of vracht vervoeren en vaartuigen die buitengaats hun werkzaamheden verrichten zijn uitgerust overeenkomstig de eisen gesteld in artikel 10 van Bijlage V behorende bij het Schepenbesluit 2004.
2.
Vaartuigen en vissersboten waarop het Vissersvaartuigenbesluit 2002 niet van toepassing is noch het tweede lid, en die uitsluitend in het zeegebied A1 hun werkzaamheden verrichten dienen uitgerust te zijn met een VHF installatie.
3.
De zendinrichtingen van jachten en andere vaartuigen waarop het Schepenbesluit 2004 of het Vissersvaartuigenbesluit 2002 niet van toepassing is, die varen in zeegebied A1 en A2, binnen het bereik van een MF kuststation en die belast zijn met reddingswerkzaamheden op zee, vaartuigen die passagiers of vracht vervoeren, dienen uitgerust te zijn overeenkomstig artikel 11 van Bijlage V behorende bij het Schepenbesluit 2004 of de op maritieme radiocommunicatie betrekking hebbende voorschriften van het Vissersvaartuigenbesluit 2002.
4.
De kapitein of de eigenaar van een vaartuig is verplicht bij het daarvoor in aanmerking komende havenkantoor melding te doen van ieder vertrek buitengaats en iedere aankomst vanuit zee. Gedurende de vaart behoort het vaartuig enkele keren per dag verbinding te onderhouden met het daarvoor in aanmerking komende kuststation of indien het jachten betreft met de daarvoor in aanmerking komende jachthaven.