Einde inhoudsopgave
Besluit telecommunicatie scheepvaart BES
Artikel 3
Geldend
Geldend vanaf 10-10-2010
- Redactionele toelichting
Tekstplaatsing van het Landsbesluit telecommunicatie scheepvaart, zoals gewijzigd bij het Aanpassingsbesluit openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba (27-09-2010, Stb. 366) en de Tweede aanpassingsregeling BES-wetten. Tijdstip iwtr.: 00.00 uur in Bonaire, Sint Eustatius en Saba. 06.00 uur in het Europese deel van Nederland.
- Bronpublicatie:
21-09-2010, Stb. 2010, 451 (uitgifte: 01-10-2010, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
10-10-2010
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
30-09-2010, Stb. 2010, 389 (uitgifte: 01-01-2010, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Informatierecht / Telecommunicatie
1.
De geldigheidsduur van machtigingen voor de in dit besluit bedoelde radio-elektrische zend- en ontvanginrichtingen bedraagt 5 jaren.
2.
In afwijking van het bepaalde in het eerste lid kan in geval van een registratie van een schip in een openbaar lichaam, na overlegging van een lijst met gegevens inzake het schip en de aan boord van dat schip aanwezige apparatuur, door Onze Minister een voorlopige machtiging worden afgegeven voor de duur van de reis naar het land waar de registratie zal geschieden of voor ten hoogste 3 maanden.
3.
In afwijking van het bepaalde in het eerste lid, kan door Onze Minister een voorlopige machtiging worden afgegeven voor de duur van de reis in het geval het schip tijdelijk wenst te varen buiten het zeegebied waarvoor het beschikt over een machtiging overeenkomstig het eerste lid. Een zodanige machtiging dient te worden aangevraagd vóór het tijdstip van aanvang van de desbetreffende reis.
4.
Onverminderd het bepaalde in artikel 15, achtste lid, van de wet wordt een machtiging vóór de afloop van de in het eerste lid bedoelde geldigheidsduur ingetrokken indien:
- a.
de zend- en ontvanginrichting is verwijderd of het schip waarop de zend- en ontvanginrichting zich bevindt uit de vaart is genomen;
- b.
de zend- en ontvanginrichting of het schip waarop de zend- en ontvanginrichting zich bevindt in andere handen is overgegaan; dan wel
- c.
de zeebrief van het desbetreffende schip ingevolge de artikelen 22 en 23 van het Zeebrievenbesluit van Curaçao en Sint Maarten is vervallen onderscheidenlijk ingetrokken.
5.
Bij de machtiging of de voorlopige machtiging wordt een bijlage gevoegd waarop de apparatuur is vermeld waarvoor het geldt.