Einde inhoudsopgave
Wet hersteloperatie toeslagen
Artikel 6.9 Uitbetaling
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2024
- Bronpublicatie:
20-12-2023, Stb. 2023, 498 (uitgifte: 27-12-2023, kamerstukken: 36342)
- Inwerkingtreding
01-01-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
20-12-2023, Stb. 2023, 498 (uitgifte: 27-12-2023, kamerstukken: 36342)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- Vakgebied(en)
Toeslagen (V)
Invordering / Uitstel van betaling, kwijtschelding en verjaring
1.
Uitbetaling van het voorlopige bedrag van de compensatie, bedoeld in artikel 6.7, eerste lid, vindt plaats door de Dienst Toeslagen bij de bekendmaking van de vooraankondiging.
2.
Uitbetaling van het bedrag van de compensatie, bedoeld in artikel 6.7, vierde lid, vindt plaats door de Dienst Toeslagen bij de vaststelling dit bedrag, onder aftrek van het bedrag dat reeds bij de bekendmaking van de vooraankondiging is uitbetaald.
3.
Uitbetaling van het forfaitaire bedrag, bedoeld in artikel 2.7, eerste lid, vindt plaats door de Dienst Toeslagen binnen zes maanden na ontvangst van de aanvraag van een herstelmaatregel als bedoeld in artikel 2.7.
4.
Uitbetaling van het bedrag van maximaal € 10.000, bedoeld in artikel 2.7, tweede lid, vindt plaats door de Dienst Toeslagen binnen zes maanden na inwerkingtreding van dit lid of, indien dit later is, binnen zes maanden na ontvangst van de aanvraag van een herstelmaatregel als bedoeld in artikel 2.7.
5.
Uitbetaling van een tegemoetkoming als bedoeld in artikel 2.12 vindt plaats door de Dienst Toeslagen binnen vier weken nadat de beschikking tot toekenning is bekendgemaakt of, indien het kind, pleegkind of voormalig pleegkind dan wel, als hij minderjarig is, diens wettelijke vertegenwoordiger daarom heeft verzocht, op een latere datum, doch niet later dan 31 december 2025. In afwijking van de eerste zin kan een kind, pleegkind of voormalig pleegkind, dan wel als hij minderjarig is, diens wettelijk vertegenwoordiger, verzoeken om uitstel van uitbetaling tot een jaar na dagtekening van de beschikking tot toekenning van een tegemoetkoming indien die beschikking na 31 december 2024 is bekendgemaakt.
6.
Uitbetaling van een tegemoetkoming als bedoeld in artikel 2.16 of 2.17 vindt plaats door de Dienst Toeslagen binnen vier weken nadat de beschikking tot toekenning is bekendgemaakt of, indien de rechthebbende daarom heeft verzocht, op een latere datum, doch niet later dan 31 december 2025.
7.
Uitbetaling van een tegemoetkoming of vergoeding als bedoeld in artikel 2.15, tweede of derde lid, of artikel 2.15a, tweede of derde lid, door Onze Minister en uitbetaling door de Dienst Toeslagen van een vergoeding als bedoeld in artikel 4.6, zesde lid, of artikel 4.7, vijfde lid, en betaling van schulden als bedoeld in artikel 4.6, tweede lid, of 4.7, tweede lid, vindt plaats binnen vier weken nadat de beschikking tot toekenning is bekendgemaakt.
8.
Een tegemoetkoming als bedoeld in artikel 2.16 of 2.17 wordt niet betaald indien zij minder dan € 24 bedraagt.
9.
Uitbetaling van de compensatie, bedoeld in artikel 2.14h, eerste lid, vindt plaats door de Dienst Toeslagen binnen zes weken nadat de beschikking tot toekenning is bekendgemaakt of op een later moment indien de ex-partner daarom heeft verzocht, doch niet later dan een jaar na dagtekening van de beschikking tot toekenning van die compensatie.