Einde inhoudsopgave
Wet hersteloperatie toeslagen
Artikel 6.1 Aanvraagtermijnen
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2024
- Bronpublicatie:
20-12-2023, Stb. 2023, 498 (uitgifte: 27-12-2023, kamerstukken: 36342)
- Inwerkingtreding
01-01-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
20-12-2023, Stb. 2023, 498 (uitgifte: 27-12-2023, kamerstukken: 36342)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- Vakgebied(en)
Toeslagen (V)
Invordering / Uitstel van betaling, kwijtschelding en verjaring
1.
Een aanvraag als bedoeld in artikel 2.1, eerste of derde lid, 2.6, eerste of derde lid, 3.13, eerste lid, 4.1, eerste lid, 4.2, 4.3, eerste lid, 4.4, eerste lid, 4.6, eerste lid, of 4.7, eerste lid, wordt ingediend voor 1 januari 2024.
2.
Een aanvraag als bedoeld in artikel 2.13, 2.14 of 2.14a wordt ingediend bij de Dienst Toeslagen binnen een jaar na de uiterste datum voor het doen van een aanvraag van een herstelmaatregel als bedoeld in artikel 2.7. In afwijking van de eerste zin wordt een aanvraag als bedoeld in artikel 2.13 ingediend tot een jaar na de dagtekening van de beschikking tot het toepassen van een herstelmaatregel als bedoeld in artikel 2.7, indien die beschikking een dagtekening heeft van na 31 december 2023.
3.
In afwijking van het eerste lid wordt een aanvraag als bedoeld in artikel 2.1, derde lid, 2.6, derde lid, 3.13, eerste lid, of 4.3, eerste lid, indien een beschikking tot toekenning van compensatie als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, of van een O/GS-tegemoetkoming als bedoeld in artikel 2.6, eerste lid, na 1 juli 2023 onherroepelijk vast komt te staan, uiterlijk zes maanden na de datum waarop die beschikking onherroepelijk vast komt te staan, ingediend.
4.
In afwijking van het eerste lid wordt een aanvraag als bedoeld in 4.1, eerste lid, 4.2, 4.4, eerste lid, 4.6, eerste lid, of 4.7, eerste lid, indien de eerste beschikking tot toekenning van compensatie als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, of van een O/GS-tegemoetkoming als bedoeld in artikel 2.6, eerste lid, na 1 juli 2023 onherroepelijk vast komt te staan, uiterlijk zes maanden na de datum waarop die beschikking onherroepelijk vast komt te staan, ingediend.
5.
Een aanvraag als bedoeld in artikel 2.13a wordt ingediend uiterlijk 31 december 2024, of indien de beschikking tot toekenning van een compensatie als bedoeld in artikel 2.14h, eerste lid, een dagtekening heeft van na 31 december 2023, tot en met een jaar na de datum van de dagtekening van die beschikking.
6.
Een aanvraag als bedoeld in artikel 2.14h, eerste lid, wordt ingediend:
- a.
voor 1 juli 2024; of
- b.
binnen zes maanden na de datum waarop die aanvraag voor het eerst gedaan kan worden, indien deze termijn van zes maanden verstrijkt op of na 1 juli 2024.
7.
Indien de ex-partner een brief heeft ontvangen van de Dienst Toeslagen met een uitnodiging tot het aanvragen van compensatie met dagtekening van na 31 december 2023, wordt een aanvraag als bedoeld in artikel 2.14h, eerste lid, in afwijking van het zesde lid ingediend binnen zes maanden na dagtekening van die brief.
8.
In afwijking van het eerste lid wordt een aanvraag als bedoeld in artikel 4.1, eerste lid, 4.4, eerste lid, 4.6, eerste lid, of 4.7, eerste lid, van of met betrekking tot een ex-partner die in aanmerking komt voor de compensatie, bedoeld in artikel 2.14h, eerste lid, en aan wie deze is toegekend, ingediend binnen zes maanden na dagtekening van de beschikking tot toekenning van de compensatie, bedoeld in artikel 2.14h, eerste lid.