Einde inhoudsopgave
Besluit activiteiten leefomgeving
Artikel 2.2 (oogmerken)
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2024
- Bronpublicatie:
16-09-2020, Stb. 2020, 400 (uitgifte: 28-10-2020, kamerstukken/regelingnummer: -)
03-07-2018, Stb. 2018, 293 (uitgifte: 31-08-2018, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
05-04-2023, Stb. 2023, 113 (uitgifte: 07-04-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
05-04-2023, Stb. 2023, 113 (uitgifte: 07-04-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Ministerie van Economische Zaken en Klimaat
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- Vakgebied(en)
Omgevingsrecht / Algemeen
Omgevingsrecht / Omgevingswet
1.
De regels in de hoofdstukken 2 tot en met 5 over milieubelastende activiteiten zijn gesteld met het oog op:
- a.
het waarborgen van de veiligheid;
- b.
het beschermen van de gezondheid; en
- c.
het beschermen van het milieu, voor zover het gaat om:
- 1°
het beschermen tegen milieuverontreiniging;
- 2°
het beschermen en verbeteren van de kwaliteit van lucht, bodem en de chemische en ecologische kwaliteit van watersystemen;
- 3°
het doelmatig gebruik van energie en grondstoffen;
- 4°
een doelmatig beheer van afvalstoffen;
- 5°
het voorkomen of beperken van geluidhinder, trillinghinder, lichthinder en geurhinder;
- 6°
het beperken van de kans op en het voorkomen van ongewone voorvallen en de nadelige gevolgen daarvan, bedoeld in artikel 19.1, eerste lid, van de wet;
- 7°
het beschermen van de doelmatige werking van voorzieningen voor het beheer van afvalwater;
- 8°
het voorkomen en beperken van overstromingen, wateroverlast en waterschaarste; of
- 9°
het vervullen van maatschappelijke functies door watersystemen.
2.
De regels in de hoofdstukken 2 tot en met 5 over lozingsactiviteiten op een oppervlaktewaterlichaam en lozingsactiviteiten op een zuiveringtechnisch werk zijn gesteld met het oog op:
- a.
het voorkomen en beperken van overstromingen, wateroverlast en waterschaarste;
- b.
het beschermen en verbeteren van de chemische en ecologische kwaliteit van watersystemen;
- c.
het vervullen van maatschappelijke functies door watersystemen; en
- d.
het beschermen van de doelmatige werking van het zuiveringtechnisch werk.