Einde inhoudsopgave
Besluit Bestuurlijke Boeten Belastingdienst
§ 31b Verzuimboete niet of niet binnen de termijn indienen opgaaf ICP en indienen onjuiste of onvolledige opgaaf ICP artikel 40 van de Wet OB
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2016
- Redactionele toelichting
De datum van afkondiging is gecorrigeerd via een rectificatie (01-07-2016).
- Bronpublicatie:
28-06-2016, Stcrt. 2016, 34921 (uitgifte: 30-06-2016, regelingnummer: BLKB2016/695M)
- Inwerkingtreding
01-07-2016
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
28-06-2016, Stcrt. 2016, 34921 (uitgifte: 30-06-2016, regelingnummer: BLKB2016/695M)
- Vakgebied(en)
Omzetbelasting / Facturering en administratie
Fiscaal bestuursrecht / Boete
1
Indien belanghebbende de opgaaf ICP niet indient binnen de wettelijk gestelde termijn, ontvangt hij een mededeling waarin hij wordt verzocht om dit alsnog te doen binnen de in die mededeling gestelde termijn. Indien belanghebbende een onvolledige of onjuiste opgaaf ICP indient, ontvangt hij een mededeling waarin hij wordt verzocht de ontbrekende of onjuiste gegevens aan te vullen respectievelijk te herstellen binnen de in die mededeling gestelde termijn.
2
Van een onvolledige opgaaf ICP is sprake, indien één of meerdere BTW-identificatienummer(s) ontbreken. Van een onjuiste opgaaf ICP in de zin van deze paragraaf is sprake, indien één of meerdere onjuiste BTW-identificatienummer(s) zijn vermeld.
3
Bij het opleggen van de verzuimboete wordt een onderscheid gemaakt tussen een eerste, tweede/derde en vierde/volgend verzuim.
4
Van een tweede/derde, respectievelijk vierde en volgend verzuim is sprake, indien belanghebbende over de voorafgaande vierentwintig maanden reeds één respectievelijk twee, drie of meer keer de opgaaf ICP niet of niet binnen de in de mededeling gestelde termijn heeft ingediend of een onvolledige c.q. onjuiste opgaaf ICP heeft ingediend als bedoeld in deze paragraaf en die onvolledigheid c.q. onjuistheid niet of niet binnen de in de mededeling gestelde termijn heeft hersteld.
5
Bij vernietiging van de boetebeschikking wegens avas telt het verzuim niet mee voor de verzuimenreeks.
6
In geval van een eerste verzuim legt de inspecteur een boete op van 2,5 procent van het wettelijk maximum van artikel 40 van de Wet OB.
7
In geval van een tweede of derde verzuim legt hij een boete op van 5 procent van het wettelijk maximum van artikel 40 van de Wet OB.
8
In geval van een vierde/volgend verzuim legt hij een boete op van 25 procent van het wettelijk maximum van artikel 40 van de Wet OB.
9
In uitzonderlijke gevallen kan een verzuimboete tot het wettelijk maximum van artikel 40 van de Wet OB worden opgelegd. Van een uitzonderlijk geval kan sprake zijn indien bijvoorbeeld belanghebbende stelselmatig in verzuim is.
10
Indien belanghebbende verplicht is de opgaaf ICP per kalendermaand in te dienen dan kan in afwijking van de voorgaande leden een boete tot het wettelijk maximum van artikel 40 van de Wet OB worden opgelegd als belanghebbende zich niet aan dit kortere opgaaftijdvak houdt.