Einde inhoudsopgave
Wet op de omzetbelasting 1968
Artikel 40 [Boete bij niet correcte btw-melding of listing]
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2024
- Bronpublicatie:
05-04-2023, Stb. 2023, 123 (uitgifte: 18-04-2023, kamerstukken: 36231)
- Inwerkingtreding
01-01-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
05-04-2023, Stb. 2023, 123 (uitgifte: 18-04-2023, kamerstukken: 36231)
- Vakgebied(en)
Omzetbelasting / Facturering en administratie
Omzetbelasting / Bijzondere OB-regelingen
1.
Indien de ondernemer een btw-melding als bedoeld in artikel 28q die hij in Nederland moet doen of de lijst, bedoeld in artikel 37a, niet of niet tijdig heeft ingediend, dan wel een onvolledige of onjuiste btw-melding of lijst heeft ingediend, vormt dat een verzuim ter zake waarvan de inspecteur hem een bestuurlijke boete van ten hoogste de derde categorie kan opleggen.
2.
De bevoegdheid tot het opleggen van de in het eerste lid bedoelde boete vervalt, in afwijking van artikel 5:45, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht, door na[lees: door het] verloop van vijf jaren na het einde van het kalenderjaar waarin de in artikel 28q of artikel 37a, eerste lid, genoemde verplichting is ontstaan.
3.
Artikel 67cb van de Algemene wet inzake rijksbelastingen is van overeenkomstige toepassing op het bedrag van de boete, genoemd in het eerste lid.