Richtlijn 2008/120/EG tot vaststelling van minimumnormen ter bescherming van varkens
Artikel 3
Geldend
Geldend vanaf 10-03-2009
- Bronpublicatie:
18-12-2008, PbEU 2009, L 47 (uitgifte: 18-02-2009, regelingnummer: 2008/120/EG)
- Inwerkingtreding
10-03-2009
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
18-12-2008, PbEU 2009, L 47 (uitgifte: 18-02-2009, regelingnummer: 2008/120/EG)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Marktintegratie
Douane (V)
1.
De lidstaten zien erop toe dat alle bedrijven voldoen aan de volgende voorschriften:
- a)
de vrije vloerruimte per gespeend varken of gebruiksvarken dat in een groep wordt gehouden, met uitzondering van gelten na dekking en zeugen, bedraagt minimaal:
Levend gewicht (kg)
m2
Niet meer dan 10
0,15
Meer dan 10 doch niet meer dan 20
0,20
Meer dan 20 doch niet meer dan 30
0,30
Meer dan 30 doch niet meer dan 50
0,40
Meer dan 50 doch niet meer dan 85
0,55
Meer dan 85 doch niet meer dan 110
0,65
Meer dan 110
1,00
- b)
de totale vrije vloerruimte per gelte na dekking en per zeug wanneer gelten en/of zeugen in groep gehouden worden, bedraagt respectievelijk minimaal 1,64 m2 en 2,25 m2. Indien deze dieren in groepen van minder dan zes worden gehouden, moet de vrije vloerruimte worden vergroot met 10 %. Indien deze dieren in groepen van ten minste 40 worden gehouden, mag de vrije vloerruimte worden verkleind met 10 %.
2.
De lidstaten zien erop toe dat vloeren voldoen aan de volgende voorschriften:
- a)
voor gelten na dekking en drachtige zeugen: een deel van de in lid 1, onder b), voorgeschreven ruimte, dat minimaal 0,95 m2 per gelte en 1,3 m2 per zeug bedraagt, moet bestaan uit een dichte vloer waarvan maximaal 15 % uit afvoergaten bestaat;
- b)
indien betonnen roostervloeren worden gebruikt voor varkens die in groepen gehouden worden:
- i)
bedraagt de maximale grootte van de afvoergaten:
- —
11 mm voor biggen,
- —
14 mm voor gespeende varkens,
- —
18 mm voor gebruiksvarkens,
- —
20 mm voor gelten na dekking en zeugen;
- ii)
bedraagt de minimale balkbreedte:
- —
50 mm voor biggen en gespeende varkens en
- —
80 mm voor gebruiksvarkens, voor gelten na dekking en zeugen.
3.
De lidstaten zien erop toe dat het bouwen van of verbouwen tot voorzieningen waar zeugen en gelten worden aangebonden, verboden is. Met ingang van 1 januari 2006 is het aanbinden van zeugen en gelten verboden.
4.
De lidstaten zien erop toe dat zeugen en gelten in groepen worden gehouden vanaf vier weken na het dekken tot één week vóór de verwachte werpdatum. De zijden van de box waarin de groep wordt gehouden, moeten langer zijn dan 2,8 m. Indien minder dan zes dieren in een groep worden gehouden, moeten de zijden van de box waarin de groep wordt gehouden langer zijn dan 2,4 m.
In afwijking van de eerste alinea, mogen zeugen en gelten die in bedrijven met minder dan tien zeugen worden gehouden, tijdens de in die alinea bedoelde periode apart worden gehouden, mits zij zich gemakkelijk in de box kunnen omdraaien.
5.
De lidstaten zien erop toe dat, onverminderd de eisen die zijn vastgesteld in bijlage I, zeugen en gelten permanent kunnen beschikken over los materiaal dat ten minste voldoet aan de desbetreffende eisen van die bijlage.
6.
De lidstaten zien erop toe dat het voedersysteem voor zeugen en gelten in groepshuisvesting waarborgt dat ieder dier voldoende voedsel tot zich kan nemen, zelfs in aanwezigheid van concurrenten.
7.
De lidstaten zien erop toe dat alle guste en drachtige zeugen en gelten, teneinde hun honger te verminderen en in de behoefte tot kauwen te voorzien, een toereikende hoeveelheid bulk- of vezelrijk voer en energierijk voer krijgen.
8.
De lidstaten zien erop toe dat varkens die in groepen moeten worden gehouden maar buitengewoon agressief zijn, door andere varkens zijn aangevallen of ziek of gewond zijn, tijdelijk mogen worden opgesloten in een aparte box. In dat geval moet het dier zich in die aparte box gemakkelijk kunnen omdraaien, voor zover dat niet in strijd is met specifiek veterinair advies.
9.
De bepalingen van lid 1, onder b), de leden 2, 4 en 5, en de laatste zin van lid 8 zijn van toepassing op alle na 1 januari 2003 nieuw gebouwde, verbouwde of voor het eerst in gebruik genomen bedrijven. Met ingang van 1 januari 2013 zijn die bepalingen van toepassing op alle bedrijven.
De bepalingen van lid 4, eerste alinea, zijn niet van toepassing op bedrijven met minder dan tien zeugen.