Einde inhoudsopgave
Regeling nationale EZK- en LNV-subsidies
Artikel 4.10.10 Aanvraag subsidievaststelling
Geldend
Geldend van 31-05-2024 tot 01-01-2028
- Bronpublicatie:
28-05-2024, Stcrt. 2024, 17344 (uitgifte: 30-05-2024, regelingnummer: WJZ/ 58809777)
- Inwerkingtreding
31-05-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
28-05-2024, Stcrt. 2024, 17344 (uitgifte: 30-05-2024, regelingnummer: WJZ/ 58809777)
- Vakgebied(en)
Bestuursrecht algemeen / Algemeen
Bestuursrecht algemeen / Bijzondere onderwerpen bestuursrecht
1.
De aanvraag voor de vaststelling van een subsidie die krachtens deze titel is verleend, bevat in ieder geval:
- a.
gegevens over de aanvrager, waaronder de naam van de aanvrager en het door de minister verstrekte referentienummer;
- b.
een overzicht waarin de totale subsidiabele kosten van de activiteiten zijn opgenomen, inclusief een kostenopbouw die is toegespitst op de verschillende kostencomponenten in een door de minister beschikbaar gesteld model; en
- c.
een berekening van het verschil tussen de in aanmerking komende investeringskosten en de exploitatiewinst bij vaststelling, volgens een door de Minister vastgesteld model;
- d.
een opgave van:
- 1°
de hoogte van de bijdrage aansluitkosten die gerekend is aan de gesubsidieerde kleinverbruikersaansluitingen;
- 2°
het voordeel dat is genoten op grond van de Uitvoeringsregeling Energie investeringsaftrek 2001;
- 3°
de hoogte van het vastrecht in het jaar van vaststelling van de subsidie en, indien van toepassing, een onderbouwing van de korting op het vastrecht;
- e.
een eindverslag.
2.
Het eindverslag dat bij de aanvraag voor subsidievaststelling wordt ingediend, bedoeld in artikel 50, tweede lid, onderdeel a, van het besluit, bevat, voor zover van toepassing, in ieder geval:
- a.
de tekeningen van het gerealiseerde warmtenet;
- b.
een overzicht van de gerealiseerde aansluitingen en de overeengekomen aansluitingen die na de einddatum van het project zullen worden gerealiseerd;
- c.
een algemene en technische beschrijving van het uitgevoerde investeringsproject en de afwijkingen;
- d.
de opschalingsmogelijkheden van het warmtenet;
- e.
een document waaruit blijkt dat het warmtenet in gebruik is genomen;
- f.
een document waaruit blijkt dat het warmtenet voldoet aan de eisen van een efficiënt warmtenet, als bedoeld in artikel 4.10.2, tweede lid, onder a;
- g.
documenten waaruit blijkt dat particuliere woningeigenaren, zoals opgegeven in het projectplan, een aanbod hebben ontvangen tot aansluiting op het warmtenet; en
- h.
documenten waaruit blijkt dat het warmtenet voldoet aan de eisen van een efficiënt warmtenet.
3.
De subsidieontvanger maakt de niet bedrijfsgevoelige kennis en informatie die met het project wordt opgedaan na afloop van het project openbaar in een, naar het oordeel van de minister, kwalitatief voldoende verslag.
4.
De hoogte van de subsidie bij vaststelling bedraagt niet meer dan:
- a.
de uitkomst van de berekening genoemd in het eerste lid, onder c;
- b.
het maximale subsidiebedrag zoals berekend in de beschikking tot subsidieverlening of, indien van toepassing, de beschikking tot gewijzigde subsidieverlening.