Einde inhoudsopgave
Telecommunicatiewet
Artikel 18.17a [Aanwijzing instellingen belast met beoordelen veilig middel]
Geldend
Geldend vanaf 10-03-2017
- Bronpublicatie:
21-12-2016, Stb. 2017, 13 (uitgifte: 30-01-2017, kamerstukken: 34413)
- Inwerkingtreding
10-03-2017
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
22-02-2017, Stb. 2017, 81 (uitgifte: 09-03-2017, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Informatierecht / Telecommunicatie
Bijzonder strafrecht / Economisch strafrecht
1.
Onze Minister kan een of meer instellingen aanwijzen die zijn belast met het beoordelen van de overeenstemming van een gekwalificeerd middel voor het aanmaken van elektronische handtekeningen of elektronische zegels met de eisen bedoeld in bijlage II van de eidas-verordening en het daartoe afgeven van verklaringen.
2.
Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden regels gesteld inzake:
- a.
de indiening van een aanvraag voor een aanwijzing;
- b.
de eisen waaraan instellingen moeten voldoen om voor een aanwijzing in aanmerking te komen, voor zover niet in die eisen door de eidas-verordening is voorzien;
- c.
voorschriften welke aan een aanwijzing kunnen worden verbonden, waaronder de duur waarvoor de aanwijzing geldt.
3.
Onze Minister trekt een aanwijzing in indien de aangewezen instelling niet meer voldoet aan de haar gestelde eisen om voor een aanwijzing in aanmerking te komen en de instelling niet binnen een door Onze Minister gestelde termijn heeft aangetoond aan de eisen te voldoen.
4.
Indien de aangewezen instelling aantoont redelijkerwijs niet binnen de gestelde termijn aan de gestelde eisen te kunnen voldoen, kan Onze Minister op verzoek van de aangewezen instelling de termijn bedoeld in het derde lid verlengen waarbinnen aan de criteria of voorschriften moet zijn voldaan.
5.
Onze Minister kan een aanwijzing intrekken indien de aangewezen instelling de bij of krachtens deze wet gestelde regels, dan wel de aan een aanwijzing verbonden voorschriften niet nakomt.
6.
Een aangewezen instelling informeert Onze Minister over een gebleken overeenstemming als bedoeld in het eerste lid uiterlijk binnen twee weken na afronding van de beoordeling daarvan.
7.
Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen ter uitvoering van het zesde lid regels worden gesteld over de door een aangewezen instelling aan Onze Minister te verstrekken gegevens en over de wijze van verstrekking daarvan.