Einde inhoudsopgave
Rijnvaartpolitiereglement 1995
Artikel 15.05 Olie-afgifteboekje, afgifte aan inrichtingen voor het ontvangen van afval
Geldend
Geldend vanaf 01-12-2011
- Bronpublicatie:
18-11-2011, Stb. 2011, 564 (uitgifte: 30-11-2011, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-12-2011
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
18-11-2011, Stb. 2011, 564 (uitgifte: 30-11-2011, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Vervoersrecht / Binnenvaart
Waterrecht (V)
1.
Elk gemotoriseerd schip, indien het gasolie gebruikt, moet een geldig olie-afgifteboekje aan boord hebben, dat door de bevoegde autoriteit volgens het model van bijlage 10 wordt verstrekt. Dit afgifteboekje moet aan boord worden bewaard. Na het verkrijgen van een nieuw olie-afgifteboekje moet het voorgaande boekje gedurende tenminste zes maanden na de laatste daarin vermelde datum van afgifte aan boord worden bewaard.
2.
Olie- en vethoudend scheepsbedrijfsafval, slops en overig klein chemisch afval moeten met regelmatige, van de staat en van het gebruik van het schip afhankelijke, tussenpozen bij de door de bevoegde autoriteiten toegelaten inrichtingen voor het ontvangen van afval tegen ontvangstbewijs worden afgegeven. Het bewijs bestaat uit een aantekening door de ontvangstinrichting in het olie-afgifteboekje.
3.
Een schip dat op grond van voorschriften die gelden buiten de Rijn andere bescheiden over de afgifte van afvalstoffen aan boord heeft, moet in deze andere bescheiden een bewijs van de afgifte van afvalstoffen buiten de Rijn kunnen leveren. Als een dergelijk bewijs geldt ook het oliejournaal op basis van het Verdrag ter voorkoming van verontreiniging van de zee door schepen ( MARPOL-verdrag).
4.
Huisvuil en zuiveringsslib moeten bij de daarvoor bestemde inzamelplaatsen worden afgegeven.