Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) Nr. 1215/2012 betreffende rechterlijke bevoegdheid, erkenning en tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken
Artikel 41 [Toepasselijk recht]
Geldend
Geldend vanaf 09-01-2013
- Bronpublicatie:
12-12-2012, PbEU 2012, L 351 (uitgifte: 20-12-2012, regelingnummer: 1215/2012)
- Inwerkingtreding
09-01-2013
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
12-12-2012, PbEU 2012, L 351 (uitgifte: 20-12-2012, regelingnummer: 1215/2012)
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Europees burgerlijk procesrecht
Internationaal privaatrecht / Internationaal erkennings- en executierecht
1.
Onder voorbehoud van het bepaalde in deze afdeling, wordt de procedure voor tenuitvoerlegging van in een andere lidstaat gegeven beslissingen beheerst door het recht van de aangezochte lidstaat. Een in een lidstaat gegeven beslissing die in de aangezochte lidstaat uitvoerbaar is, wordt er onder dezelfde voorwaarden ten uitvoer gelegd als een in de aangezochte lidstaat gegeven beslissing.
2.
Niettegenstaande het bepaalde in lid 1, zijn de in de aangezochte lidstaat wettelijk vastgestelde gronden voor weigering of voor schorsing van de tenuitvoerlegging van toepassing voor zover zij niet onverenigbaar zijn met de in artikel 45 genoemde gronden.
3.
De partij die om de tenuitvoerlegging van een in een andere lidstaat gegeven beslissing verzoekt, behoeft in de aangezochte lidstaat niet te beschikken over een postadres. Zij behoeft evenmin over een gemachtigde vertegenwoordiger in de aangezochte lidstaat te beschikken tenzij een dergelijke vertegenwoordiger ongeacht de nationaliteit of de woonplaats van de partijen verplicht is.