Einde inhoudsopgave
Wet kiescollege niet-ingezetenen
Artikel 5 [Leden kiescollege]
Geldend
Geldend vanaf 01-11-2022
- Bronpublicatie:
19-10-2022, Stb. 2022, 410 (uitgifte: 26-10-2022, kamerstukken: 36071)
- Inwerkingtreding
01-11-2022
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
20-10-2022, Stb. 2022, 411 (uitgifte: 31-10-2022, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Staatsrecht / Kiesrecht
1.
Het kiescollege bestaat uit:
9 leden bij een lager aantal dan 3.001 geregistreerde kiesgerechtigden;
11 leden bij een aantal van 3.001–6.000 geregistreerde kiesgerechtigden;
13 leden bij een aantal van 6.001–10.000 geregistreerde kiesgerechtigden;
15 leden bij een aantal van 10.001–15.000 geregistreerde kiesgerechtigden;
17 leden bij een aantal van 15.001–20.000 geregistreerde kiesgerechtigden;
19 leden bij een aantal van 20.001–25.000 geregistreerde kiesgerechtigden;
21 leden bij een aantal van 25.001–30.000 geregistreerde kiesgerechtigden;
23 leden bij een aantal van 30.001–35.000 geregistreerde kiesgerechtigden;
25 leden bij een aantal van 35.001–40.000 geregistreerde kiesgerechtigden;
27 leden bij een aantal van 40.001–45.000 geregistreerde kiesgerechtigden;
29 leden bij een aantal van 45.001–50.000 geregistreerde kiesgerechtigden;
31 leden bij een aantal van 50.001–60.000 geregistreerde kiesgerechtigden;
33 leden bij een aantal van 60.001–70.000 geregistreerde kiesgerechtigden;
35 leden bij een aantal van 70.001–80.000 geregistreerde kiesgerechtigden;
37 leden bij een aantal van 80.001–100.000 geregistreerde kiesgerechtigden;
39 leden bij een aantal van 100.001–400.000 geregistreerde kiesgerechtigden;
41 leden bij een aantal van 400.001–500.000 geregistreerde kiesgerechtigden;
43 leden bij een aantal van 500.001–750.000 geregistreerde kiesgerechtigden;
45 leden bij een aantal van 750.001–1.000.000 geregistreerde kiesgerechtigden;
47 leden bij een aantal van 1.000.001–1.250.000 geregistreerde kiesgerechtigden;
49 leden bij een aantal van 1.250.001–1.500.000 geregistreerde kiesgerechtigden;
51 leden bij een aantal van 1.500.001–1.750.000 geregistreerde kiesgerechtigden;
53 leden bij een aantal van 1.750.001–2.000.000 geregistreerde kiesgerechtigden;
55 leden bij een aantal boven de 2.000.000 geregistreerde kiesgerechtigden.
2.
Vermeerdering of vermindering van het aantal leden van het kiescollege, voortvloeiende uit wijziging van het aantal geregistreerde kiesgerechtigden, treedt eerst in bij de eerstvolgende periodieke verkiezing van de leden van het kiescollege.
3.
Voor de vaststelling van het aantal geregistreerde kiesgerechtigden bedoeld in het tweede lid, geldt als peildatum de dag vijf weken voor de dag van de stemming voor de verkiezing van de leden van het kiescollege. De burgemeester van ’s-Gravenhage verschaft deze gegevens aan het kiescollege.