Einde inhoudsopgave
Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/2446 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 952/2013 met nadere regels betreffende een aantal bepalingen van het douanewetboek van de Unie
Artikel 82 Zekerheidstelling in de vorm van een verbintenis van een borg
Geldend
Geldend vanaf 31-07-2018
- Bronpublicatie:
16-05-2018, PbEU 2018, L 192 (uitgifte: 30-07-2018, regelingnummer: 2018/1063)
- Inwerkingtreding
31-07-2018
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
16-05-2018, PbEU 2018, L 192 (uitgifte: 30-07-2018, regelingnummer: 2018/1063)
- Vakgebied(en)
Europees belastingrecht / Belastingen EU
Douane (V)
(Artikel 94, artikel 22, lid 4, en artikel 6, lid 3, onder a), van het wetboek)
1.
Wanneer de zekerheid wordt gesteld in de vorm van een verbintenis van een borg en in meer dan één lidstaat kan worden gebruikt, kiest de borg woonplaats of stelt hij een gemachtigde aan in elke lidstaat waar de zekerheid kan worden gebruikt.
2.
De intrekking van de goedkeuring van de borg of van de verbintenis van de borg wordt van kracht op de zestiende dag na de datum waarop de beschikking tot intrekking door de borg is ontvangen of wordt geacht te zijn ontvangen.
3.
De opzegging van de verbintenis door de borg wordt van kracht op de zestiende dag na de datum waarop de opzegging door de borg is meegedeeld aan het douanekantoor waar de zekerheid was gesteld.
4.
Wanneer zekerheid wordt gesteld voor een enkele transactie (zekerheid per aangifte) met bewijs van zekerheidstelling, kan dit worden gedaan met behulp van andere middelen dan elektronischegegevensverwerkingstechnieken.
5.
De gemeenschappelijke gegevensvereisten voor de verbintenis van een borg in de vorm van zekerheidstelling per aangifte, zekerheidstelling per aangifte met bewijs van zekerheidstelling of doorlopende zekerheidstelling zijn opgenomen in respectievelijk bijlagen 32-01, 32-02 en 32-03.