Einde inhoudsopgave
Wet goed verhuurderschap
Artikel 12 [Voorwaarden inbeheername]
Geldend
Geldend van 01-07-2023 tot 01-01-2025
- Bronpublicatie:
24-03-2023, Stb. 2023, 103 (uitgifte: 03-04-2023, kamerstukken: 36130)
- Inwerkingtreding
01-07-2023
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
22-06-2023, Stb. 2023, 227 (uitgifte: 27-06-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Huurrecht / Huur van woonruimte
Huurrecht / Verplichtingen huurder en verhuurder
1.
Burgemeester en wethouders kunnen de verhuurder verplichten tot het aan een beheerder in beheer geven van een woon- of verblijfsruimte of een gebouw waarin die woon- of verblijfsruimte is gelegen, indien:
- a.
de verhuurder binnen een tijdvak van vier jaar voorafgaand aan de constatering dat hij handelt in strijd met de regels van goed verhuurderschap, bedoeld in artikel 2, reeds tweemaal een bestuurlijke boete is opgelegd voor het handelen in strijd met die regels; en
- b.
in het geval genoemd in artikel 7, vierde lid.
2.
Burgemeester en wethouders verplichten de verhuurder tot het aan een beheerder in beheer geven van een woon- of verblijfsruimte of een gebouw waarin die woon- of verblijfsruimte is gelegen, in het geval genoemd in artikel 10, vierde lid.
3.
Het is de verhuurder tot wie het besluit, bedoeld in het eerste of tweede lid, is gericht, gedurende de termijn waarvoor de woon- of verblijfsruimte of het gebouw waarin die woon- of verblijfsruimte gelegen is in beheer is genomen, verboden om beheershandelingen te verrichten.
4.
De beoogde beheerder is niet verplicht de beheersopdracht te aanvaarden.