Einde inhoudsopgave
Wet goed verhuurderschap
Artikel 15 [Kostendekkende beheervergoeding]
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2023
- Bronpublicatie:
24-03-2023, Stb. 2023, 103 (uitgifte: 03-04-2023, kamerstukken: 36130)
- Inwerkingtreding
01-07-2023
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
22-06-2023, Stb. 2023, 227 (uitgifte: 27-06-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Huurrecht / Huur van woonruimte
Huurrecht / Verplichtingen huurder en verhuurder
1.
In het besluit, bedoeld in artikel 12, eerste of tweede lid, bepalen burgemeester en wethouders een kostendekkende beheervergoeding die de verhuurder aan hen is verschuldigd ten behoeve van het beheer.
2.
Burgemeester en wethouders verrekenen de door de beheerder geïnde huur voor de woonruimte of vergoeding voor het gebruik van de verblijfsruimte met de beheervergoeding en de verschuldigde kosten van de voorzieningen of aanpassingen, bedoeld in artikel 14, eerste lid.
3.
Op basis van de verrekening bepalen burgemeester en wethouders het bedrag dat de beheerder verschuldigd is aan de verhuurder.
4.
Indien blijkt uit de verrekening dat de geïnde huur van de woonruimte of vergoeding voor het gebruik van de verblijfsruimte lager zijn dan de som van de beheervergoeding en de verschuldigde kosten, bedoeld in artikel 14, tweede lid, kunnen burgemeester en wethouders het resterende bedrag bij de verhuurder invorderen bij dwangbevel.