Einde inhoudsopgave
Verdrag tot het vaststellen van enige eenvormige regels betreffende het conservatoir beslag op zeeschepen
Artikel 1 [Begripsomschrijvingen]
Geldend
Geldend vanaf 24-02-1956
- Bronpublicatie:
10-05-1952, Trb. 1981, 165 (uitgifte: 27-07-1981, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
24-02-1956
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
10-05-1952, Trb. 1981, 165 (uitgifte: 27-07-1981, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Beslag en executie
Internationaal privaatrecht / Bijzondere onderwerpen
In dit Verdrag worden de volgende uitdrukkingen gebezigd in de hierna weergegeven betekenis:
- 1.
‘zeerechtelijke vordering’ betekent een vordering voortvloeiende uit:
- a.
schade, veroorzaakt door een schip in geval van aanvaring of anderszins;
- b.
dood of letsel, veroorzaakt door een schip of in verband met de exploitatie van een schip;
- c.
hulpverlening;
- d.
overeenkomsten betreffende het gebruik of de huur van een schip onder een charterpartij of anderszins;
- e.
overeenkomsten betreffende goederenvervoer per schip onder een charterpartij, cognossement of anderszins;
- f.
verlies van of schade aan goederen en bagage, vervoerd per schip;
- g.
avarij-grosse;
- h.
bodemerij;
- i.
slepen;
- j.
beloodsing;
- k.
leveranties aan een schip van goederen of materiaal ten behoeve van de exploitatie of het onderhoud van het schip, ongeacht de plaats van levering;
- l.
bouw, herstelling of uitrusting van een schip of dokkosten;
- m.
lonen van de kapitein, officieren of bemanning;
- n.
uitgaven van de kapitein en die van verzenders, bevrachters of agenten voor rekening van het schip of zijn eigenaar;
- o.
geschillen over de eigendom van een schip;
- p.
geschillen tussen medeëigenaars van een schip over eigendom, bezit, exploitatie of exploitatie-opbrengsten van dat schip;
- q.
hypotheek of ‘mortgage’ op een schip.
- 2.
‘Beslag’ betekent het aanhouden van een schip met verlof van de bevoegde rechterlijke autoriteit ter verzekering van een zeerechtelijke vordering, maar omvat niet het leggen van beslag op een schip ter tenuitvoerlegging van een executoriale titel.
- 3.
Onder ‘persoon’ is begrepen iedere natuurlijke of rechtspersoon, personen- of kapitaalvennootschap, alsmede Staten, openbare besturen of lichamen.
- 4.
‘Schuldeiser’ betekent een persoon die het bestaan van een zeerechtelijke vordering te zijnen gunste inroept.