Einde inhoudsopgave
Protocol bij het Verdrag van 1979 betreffende grensoverschrijdende luchtverontreiniging over lange afstand, inzake persistente organische verontreinigende stoffen
Artikel 3 Basisverplichtingen
Geldend
Geldend vanaf 20-01-2022
- Bronpublicatie:
18-12-2009, Trb. 2011, 142 (uitgifte: 19-08-2011, regelingnummer: 2009/1)
- Inwerkingtreding
20-01-2022
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
18-01-2022, Trb. 2022, 5 (uitgifte: 18-01-2022, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Milieurecht / Algemeen
Internationaal publiekrecht / Bijzondere onderwerpen
1.
Behalve wanneer overeenkomstig artikel 4 in specifieke vrijstellingen is voorzien, nemen de Partijen doeltreffende maatregelen:
- a.
Tot staking van de productie en het gebruik van de in bijlage I vermelde stoffen in overeenstemming met de daarin vermelde uitvoeringsvoorschriften;
- b
- i.
Teneinde ervoor te zorgen dat, wanneer de in bijlage I vermelde stoffen worden vernietigd of verwijderd, die vernietiging of verwijdering op een milieuvriendelijke manier wordt verricht, rekening houdend met desbetreffende subregionale, regionale en mondiale regelingen inzake het beheer van gevaarlijke afvalstoffen en de verwijdering ervan, met name het Verdrag van Basel inzake de beheersing van de grensoverschrijdende overbrenging van gevaarlijke afvalstoffen en de verwijdering ervan,
- ii.
Teneinde er zoveel mogelijk voor te zorgen dat de verwijdering van in bijlage I vermelde stoffen in eigen land geschiedt, rekening houdend met relevante milieuoverwegingen;
- iii.
Teneinde ervoor te zorgen dat het grensoverschrijdende verkeer van de in bijlage I vermelde stoffen op een milieuvriendelijke manier wordt uitgevoerd, rekening houdend met desbetreffende subregionale, regionale en mondiale regelingen betreffende de grensoverschrijdende overbrenging van gevaarlijke afvalstoffen, met name het Verdrag van Basel inzake de beheersing van de grensoverschrijdende overbrenging van gevaarlijke afvalstoffen en de verwijdering ervan;
- c.
Ter beperking van het gebruik van de in bijlage II vermelde stoffen tot de beschreven toepassingen, in overeenstemming met de daarin vermelde uitvoeringsvoorschriften.
2.
De in lid 1, onder b), vermelde voorschriften worden voor elke stof van kracht op de datum waarop de productie of het gebruik van die stof wordt gestaakt, naar gelang van welk tijdstip het laatst is.
3.
Voor in bijlage I, II of III vermelde stoffen ontwikkelen de Partijen passende strategieën ter bepaling van nog in gebruik zijnde artikelen en van afvalstoffen die dergelijke stoffen bevatten, en nemen zij geschikte maatregelen om ervoor te zorgen dat die afvalstoffen en die artikelen, wanneer ze afval worden, op een milieuvriendelijke manier worden vernietigd of verwijderd.
4.
Voor de toepassing van de leden 1 tot en met 3 worden de termen afval, verwijdering en milieuvriendelijk uitgelegd op een wijze die consistent is met het gebruik van die termen in het Verdrag van Basel inzake de beheersing van de grensoverschrijdende overbrenging van gevaarlijke afvalstoffen en de verwijdering ervan.
5.
De Partijen:
- a.
Verminderen de totale jaarlijkse emissies van elke in bijlage III vermelde stof ten opzichte van het emissieniveau in een overeenkomstig die bijlage vastgestelde referentiejaar door het nemen van doeltreffende maatregelen die voor hun bijzondere omstandigheden toepasselijk zijn;
- b.
Passen uiterlijk op de in bijlage VI vermelde tijdstippen het volgende toe:
- i.
De beste beschikbare technieken, rekening houdend met bijlage V, op elke nieuwe stationaire bron binnen een belangrijke categorie van stationaire bronnen waarvoor in richtlijnen die door de Partijen, tijdens een zitting van het uitvoerend orgaan door de Partijen zijn aangenomen, de beste beschikbare technieken zijn bepaald;
- ii.
Tenminste even strenge als de in bijlage IV vermelde grenswaarden op elke nieuwe stationaire bron binnen een in die bijlage vermelde categorie, rekening houdend met bijlage V. Bij wijze van alternatief kan een partij andere strategieën voor emissievermindering toepassen die in totaal gelijkwaardige emissieniveaus opleveren;
- iii.
De beste beschikbare technieken, rekening houdend met bijlage V, op elke bestaande stationaire bron binnen een belangrijke categorie van stationaire bronnen waarvoor in bijlage V de beste beschikbare technieken zijn bepaald, voor zover dit technisch uitvoerbaar en economisch verantwoord is. Bij wijze van alternatief kan een partij andere strategieën voor emissievermindering toepassen die in totaal tot een gelijkwaardige emissievermindering leiden;
- iv.
Tenminste even strenge als de in bijlage IV vermelde grenswaarden op elke bestaande stationaire bron binnen een in die bijlage vermelde categorie, voor zover dit technisch uitvoerbaar en economisch verantwoord is, rekening houdend met bijlage V. Bij wijze van alternatief kan een partij andere strategieën voor emissievermindering toepassen die in totaal tot een gelijkwaardige emissievermindering leiden.
6.
In het geval van huisverwarmingsinstallaties hebben de in lid 5, onder b, i en iii, vermelde verplichtingen betrekking op de gezamenlijke stationaire bronnen in die categorie.
7.
Een partij die na toepassing van lid 5, onder b, voor een in bijlage III vermelde stof niet aan het in lid 5, onder a, vereiste kan voldoen, wordt vrijgesteld van de in lid 5, onder a, bedoelde verplichtingen voor die stof.
8.
De Partijen maken voor de in bijlage III vermelde stoffen emissie-inventarisaties op en houden deze bij en verzamelen beschikbare informatie betreffende de productie en de verkoop van de in de bijlagen I en II vermelde stoffen, waarbij Partijen binnen de geografische reikwijdte van het EMEP ten minste de door het bestuursorgaan van het EMEP opgegeven methoden en resolutie in tijd en ruimte toepassen en Partijen buiten de geografische reikwijdte van het EMEP als richtsnoer de methoden gebruiken die in het kader van het werkschema van het uitvoerend orgaan zijn uitgewerkt. Voor het verstrekken van deze informatie gelden de voorschriften van artikel 9 inzake verslaglegging.