Einde inhoudsopgave
Verordening (EEG) nr. 95/93 betreffende gemeenschappelijke regels voor de toewijzing van 'slots' op communautaire luchthavens
Artikel 14 Handhaving
Geldend
Geldend vanaf 26-10-2022
- Bronpublicatie:
19-10-2022, PbEU 2022, L 275 (uitgifte: 25-10-2022, regelingnummer: 2022/2038)
- Inwerkingtreding
26-10-2022
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
19-10-2022, PbEU 2022, L 275 (uitgifte: 25-10-2022, regelingnummer: 2022/2038)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Bijzondere onderwerpen
Vervoersrecht / Luchtvervoer
Vervoersrecht / Europees vervoersrecht
Internationaal strafrecht / Europees strafrecht en strafprocesrecht
1.
Een vluchtplan van een luchtvaartmaatschappij kan door de bevoegde luchtverkeersleidingsautoriteiten worden verworpen, wanneer de luchtvaartmaatschappij van plan is op een gecoördineerde luchthaven te landen of op te stijgen tijdens de periodes waarin de luchthaven gecoördineerd is, zonder dat de coördinator daarvoor een slot heeft toegewezen.
2.
De coördinator trekt de reeks slots die is toegewezen aan een luchtvaartmaatschappij in oprichting in en plaatst deze in de pool op 31 januari voor het volgende zomerseizoen of op 31 augustus voor het volgende winterseizoen, als de onderneming op die datum niet in het bezit is van een exploitatievergunning of gelijkwaardige vergunning of indien de bevoegde autoriteit die de vergunningen afgeeft niet heeft gezegd dat er vóór aanvang van de dienstregelingsperiode in kwestie waarschijnlijk een exploitatievergunning of gelijkwaardige vergunning zal worden afgegeven.
3.
Wanneer een luchtvaartmaatschappij een reeks slots heeft verkregen als resultaat van een uitwisseling overeenkomstig artikel 8 bis, lid 1, onder c), en deze slots niet zijn gebruikt zoals voorgenomen, trekt de coördinator de reeks slots in en plaatst hij deze in de pool.
4.
Luchtvaartmaatschappijen die herhaaldelijk en opzettelijk luchtdiensten uitvoeren op een tijdstip dat aanzienlijk verschilt van de als onderdeel van een reeks slots toegewezen slot of slots op aanzienlijk andere wijze gebruiken dan zij aangaven te zullen doen ten tijde van de toewijzing van de slots, waardoor de luchthavenexploitatie of het luchtverkeer wordt geschaad, verliezen de in artikel 8, lid 2, bedoelde status. Nadat hij de betrokken luchtvaartmaatschappij heeft gehoord en één waarschuwing heeft uitgegeven, kan de coördinator besluiten de desbetreffende reeks slots van die luchtvaartmaatschappij voor het resterende deel van de dienstregelingsperiode in te trekken en weer in de pool op te nemen.
5.
De lidstaten zorgen voor de vaststelling en toepassing van doeltreffende, afschrikkende en evenredige sancties of gelijkwaardige maatregelen in het geval een luchtvaartmaatschappij deze verordening herhaaldelijk en opzettelijk niet naleeft.
6.
Onverminderd artikel 10, leden 4 en 4 bis, kan een coördinator, wanneer een luchtvaartmaatschappij er niet in slaagt het in artikel 8, lid 2, vermelde gebruikspercentage van 80 % te bereiken, besluiten de reeks slots van die luchtvaartmaatschappij voor de resterende duur van de dienstregelingsperiode in te trekken en weer in de pool op te nemen, nadat hij de betrokken luchtvaartmaatschappij heeft gehoord.
Onverminderd artikel 10, leden 4 en 4 bis, neemt de coördinator, nadat hij de betrokken luchtvaartmaatschappij heeft gehoord, een reeks slots weer op in de pool voor de resterende duur van de dienstregelingsperiode, wanneer er geen slots van die reeks zijn gebruikt nadat 20 % van de geldigheidsduur van de reeks is verstreken.
Als een coördinator, op basis van de informatie waarover hij beschikt, tijdens de periode van 30 oktober 2022 tot en met 28 oktober 2023 vaststelt dat een luchtvaartmaatschappij haar activiteiten op een luchthaven heeft stopgezet en niet meer in staat is de haar toegewezen slots te gebruiken, trekt de coördinator, nadat hij de betrokken luchtvaartmaatschappij heeft gehoord, de desbetreffende reeks slots van die luchtvaartmaatschappij in voor de resterende duur van de dienstregelingsperiode en neemt hij deze in de pool op.
Wanneer een coördinator, op basis van de informatie waarover hij beschikt, tijdens de periode van 30 oktober 2022 tot en met 28 oktober 2023 vaststelt dat een luchtvaartmaatschappij die is onderworpen aan de beperkende maatregelen die zijn vastgesteld op grond van artikel 29 VEU of artikel 215 VWEU, met inbegrip van die welke van kracht zijn op 26 oktober 2022, of een luchtvaartmaatschappij waaraan een exploitatieverbod is opgelegd in de Unie en die is opgenomen in bijlage A of B bij Verordening (EG) nr. 474/2006, geen slots kan exploiteren voor een aanzienlijk deel van de dienstregelingsperiode, trekt de coördinator, nadat hij de betrokken luchtvaartmaatschappij heeft gehoord, voor de resterende duur van de dienstregelingsperiode de desbetreffende slotreeksen van die luchtvaartmaatschappij in en neemt hij deze in de pool op.
Indien een luchtvaartmaatschappij echter een exploitatieverbod is opgelegd in de Unie en opgenomen is in bijlage A of B bij Verordening (EG) nr. 474/2006, en haar is toegestaan luchtvaartuigen met bemanning te huren (‘wet lease’) van luchtvaartmaatschappijen waarvan de activiteiten niet door beperkende maatregelen worden belemmerd en waaraan geen exploitatieverbod is opgelegd, is de vierde alinea van dit lid niet van toepassing op de slots van die luchtvaartmaatschappij, mits de in de Unie geldende veiligheidsvoorschriften worden nageleefd.