Einde inhoudsopgave
Verordening (EEG) nr. 95/93 betreffende gemeenschappelijke regels voor de toewijzing van 'slots' op communautaire luchthavens
Artikel 10 Slotpool
Geldend
Geldend vanaf 26-10-2022
- Bronpublicatie:
19-10-2022, PbEU 2022, L 275 (uitgifte: 25-10-2022, regelingnummer: 2022/2038)
- Inwerkingtreding
26-10-2022
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
19-10-2022, PbEU 2022, L 275 (uitgifte: 25-10-2022, regelingnummer: 2022/2038)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Bijzondere onderwerpen
Vervoersrecht / Luchtvervoer
Vervoersrecht / Europees vervoersrecht
Internationaal strafrecht / Europees strafrecht en strafprocesrecht
1.
2.
Een reeks slots die aan een luchtvaartmaatschappij is toegewezen voor de exploitatie van een geregelde luchtdienst of een geplande niet-geregelde luchtdienst geeft die luchtvaartmaatschappij niet het recht op dezelfde reeks slots in de volgende overeenkomstige dienstregelingsperiode, wanneer de luchtvaartmaatschappij de coördinator niet overtuigend kan aantonen dat zij de slots, zoals vrijgegeven door de coördinator, in de dienstregelingsperiode waarvoor zij toegewezen zijn, voor ten minste 80 % van de tijd heeft geëxploiteerd.
2 bis.
Vervallen.
3.
Slots die vóór 31 januari aan een luchtvaartmaatschappij zijn toegewezen voor het volgende zomerseizoen of vóór 31 augustus voor het volgende winterseizoen, maar die vóór die data aan de coördinator worden teruggegeven om opnieuw te worden toegewezen, tellen niet mee voor de berekening van het gebruik.
4.
Indien niet kan worden aangetoond dat de reeks slots voor 80 % is gebruikt, worden alle slots waaruit die reeks bestaat, in de slotpool opgenomen, tenzij voor de niet-benutting een van de volgende redenen kan worden aangevoerd:
- a)
niet te voorziene en onvermijdelijke gevallen die de luchtvaartmaatschappij niet in de hand heeft en die leiden tot:
- —
het aan de grond houden van het type vliegtuig dat meestal voor de betrokken dienst wordt gebruikt;
- —
de sluiting van een luchthaven of luchtruim;
- —
een ernstige verstoring van de vluchten op de desbetreffende luchthavens, waaronder de reeksen slots op andere communautaire luchthavens die gerelateerd zijn aan routes welke getroffen worden door een dergelijke verstoring, gedurende een aanzienlijk deel van de desbetreffende dienstregelingsperiode;
- b)
een onderbreking van luchtdiensten ten gevolge van acties die erop gericht zijn deze diensten te verstoren, waardoor het voor de luchtvaartmaatschappij praktisch en/of technisch onmogelijk wordt om de geplande exploitatie voort te zetten;
- c)
ernstige financiële nadelen voor de betrokken communautaire luchtvaartmaatschappij, met als gevolg de afgifte van een tijdelijke vergunning door de vergunningverlenende autoriteiten in afwachting van een financiële reorganisatie van de luchtvaartmaatschappij overeenkomstig artikel 5, lid 5, van Verordening (EEG) nr. 2407/92;
- d)
Wanneer de gevolgen van de aanvalsoorlog van Rusland tegen Oekraïne en de vernietiging van kritieke infrastructuur van invloed zijn op het vermogen om luchtdiensten te verlenen en op de vraag naar luchtdiensten, passen de coördinatoren de eerste alinea, punt a), toe op de routes tussen de Unie en Oekraïne voor de duur van de sluiting van het luchtruim of luchthavens, indien dat later valt, en een aanvullende periode van 16 weken. De coördinator stelt de Commissie in kennis van de begindatum en einddatum van de periode van 16 weken.
4 bis.
Daarnaast, kan tijdens de periode van 30 oktober 2022 tot en met 28 oktober 2023 het niet gebruiken van een slot ook worden gerechtvaardigd door de invoering, door overheidsinstanties, van beperkingen die bedoeld zijn om het hoofd te bieden aan een ernstige epidemiologische situatie, een natuurramp of politieke onrust aan één kant van een route waarvoor het betreffende slot werd geëxploiteerd of gepland was om te worden geëxploiteerd, op voorwaarde dat die beperkingen aanzienlijke gevolgen hebben voor de mogelijkheid om te reizen of voor de reisvraag en dat op de betrokken routes de beperkingen leiden tot:
- a)
een gedeeltelijke of volledige sluiting van de grens, de luchthaven of het luchtruim gedurende een aanzienlijk gedeelte van de desbetreffende dienstregelingsperiode;
- b)
een ernstige belemmering voor de mogelijkheid voor passagiers om tijdens een aanzienlijk deel van de desbetreffende dienstregelingsperiode met een luchtvaartmaatschappij op die rechtstreekse route te reizen, bijvoorbeeld wanneer de belemmering verband houdt met een van de volgende redenen:
- —
reisbeperkingen op basis van nationaliteit of verblijfplaats, het verbod op alle niet-essentiële reizen of op vluchten van en naar bepaalde landen of geografische gebieden;
- —
beperkingen van verplaatsingen, quarantaine- of isolatiemaatregelen binnen het land of gebied waar de luchthaven van bestemming is gelegen (met inbegrip van tussenliggende punten), tenzij quarantaine kan worden vermeden door een negatieve test of een door de Unie erkend bewijs van herstel of van vaccinatie;
- —
beperkingen op de beschikbaarheid van diensten die essentieel zijn om de exploitatie van een luchtdienst rechtstreeks te ondersteunen, met inbegrip van de sluiting van de horeca en openbare diensten, waaronder vervoer, hetgeen leidt tot een ernstige daling van de vraag aan beide kanten van de route;
- —
beperkingen van het aantal passagiers per vlucht en frequentie per luchtvaartmaatschappij, met als gevolg een ernstige daling van de vraag aan beide kanten van de route;
- c)
beperkingen op de bewegingen van vliegtuigbemanningen die de exploitatie van luchtdiensten van of naar de bediende luchthavens aanzienlijk belemmeren, met inbegrip van plotselinge inreisverboden of onverwachte strandingen van de bemanning als gevolg van quarantainemaatregelen, tenzij quarantaine kan worden vermeden door een negatieve test, een bewijs van herstel of van vaccinatie dat door de Unie is erkend.
Dit lid is van toepassing voor de periode waarin de in de eerste alinea bedoelde beperkingen van toepassing zijn en tot maximaal zes extra weken, onverminderd de derde en de vierde alinea. Als die beperkingen echter minder dan zes weken vóór het einde van een dienstregelingsperiode niet langer van toepassing zijn, is dit punt alleen van toepassing op de rest van de periode van zes weken als de slots in de volgende dienstregelingsperiode worden gebruikt voor dezelfde route.
Dit punt is alleen van toepassing op slots die worden gebruikt voor routes waarvoor zij reeds vóór de bekendmaking van de in de eerste alinea bedoelde maatregelen werden gebruikt.
Dit punt is niet langer van toepassing als de luchtvaartmaatschappij die de desbetreffende slots gebruikt, overschakelt op een route waarvoor de in de eerste alinea bedoelde beperkingen niet gelden.
Wanneer een meerderheid van de lidstaten die ten minste 50 % van de bevolking van de Unie vertegenwoordigen, in de eerste alinea bedoelde beperkingen toepast die aanzienlijke gevolgen hebben voor de mogelijkheid van, of de vraag naar, reizen en die leiden tot een van de in de eerste alinea, punten a), b) en c), bedoelde situaties, kan elke coördinator, na een unaniem besluit van de coördinatoren van alle communautaire gecoördineerde luchthavens dat het niet gebruiken van slots in het algemeen gerechtvaardigd is en na de Commissie en de lidstaten daarvan in kennis te hebben gesteld, dit lid toepassen op alle slots op die luchthavens voor de duur van de geldende beperkingen en tot maximaal zes extra weken, mits die beperkingen gevolgen hebben voor een aanzienlijk aantal routes van of naar een luchthaven in de Gemeenschap, waardoor het luchtverkeer in de Unie grotendeels onlevensvatbaar wordt of een ongelijk speelveld tot stand wordt gebracht.
4 ter.
Wanneer het niet gebruiken van een slot gerechtvaardigd is door de in lid 4 of lid 4 bis bedoelde beperkingen, gaan de coördinatoren ervan uit dat het slot in de betrokken reeks slots werd geëxploiteerd.
4 quater.
Luchtvaartmaatschappijen waarvan de activiteiten worden belemmerd door beperkende maatregelen die zijn vastgesteld op grond van artikel 29 van het Verdrag betreffende de Europese Unie (VEU) of artikel 215 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU), met inbegrip van de maatregelen die van kracht zijn op 26 oktober 2022, alsmede luchtvaartmaatschappijen waaraan een exploitatieverbod is opgelegd in de Unie en die zijn vermeld in bijlage A of B bij Verordening (EG) nr. 474/2006 van de Commissie (1) , hebben niet het recht een rechtvaardiging in te roepen voor het niet gebruiken van slots uit hoofde van de leden 4 en 4 bis van dit artikel.
In afwijking van de eerste alinea kunnen dergelijke luchtvaartmaatschappijen, ingeval het hen is toegestaan om luchtvaartuigen met bemanning te huren (‘wet lease’) van luchtvaartmaatschappijen waarvan de activiteiten niet door beperkende maatregelen worden belemmerd en waaraan geen exploitatieverbod is opgelegd, een rechtvaardiging voor het niet gebruiken van slots uit hoofde van de leden 4 en 4 bis aanvoeren, mits de in de Unie geldende veiligheidsvoorschriften worden nageleefd.
4 quinquies.
De coördinatoren wisselen regelmatig beste praktijken uit voor de uitvoering van de leden 4 en 4 bis, met het oog op een coherente en consistente toepassing in de hele Unie.
De coördinatoren maken de lijst van bestemmingen bekend waarop de leden 4 en 4 bis van toepassing zijn, en werken deze regelmatig bij.
5.
Op verzoek van een lidstaat of op eigen initiatief onderzoekt de Commissie de toepassing van de leden 4 en 4 bis door de coördinator van een luchthaven die onder het toepassingsgebied van deze verordening valt.
6.
Onverminderd artikel 8, lid 2, van deze verordening en onverminderd artikel 8, lid 1, van Verordening (EEG) nr. 2408/92, worden in de pool opgenomen slots verdeeld over de luchtvaartmaatschappijen die een aanvraag hebben ingediend. 50 % van deze slots wordt eerst toegewezen aan nieuwe gegadigden, tenzij hun aanvragen minder dan 50 % bedragen. De coördinator behandelt de verzoeken van nieuwe gegadigden en andere luchtvaartmaatschappijen op een billijke wijze, overeenkomstig de coördinatieperiodes van iedere dienstregelingsdag.
Aanvragen van nieuwe gegadigden die uit hoofde van artikel 2, onder b), punten i) en ii), artikel 2, onder b), punten i) en iii), of artikel 2, onder b bis), punten i) en ii), in aanmerking komen voor de status van nieuwe gegadigde, hebben voorrang.
7.
Wanneer een nieuwe gegadigde een hem binnen één uur vóór of na de gewenste tijd aangeboden reeks slots niet heeft aanvaard, verliest hij de status van nieuwe gegadigde voor de duur van die dienstregelingsperiode.
8.
In geval van diensten die worden geëxploiteerd door een groep luchtvaartmaatschappijen kan slechts één van de deelnemende luchtvaartmaatschappijen een aanvraag voor de benodigde slots indienen. De luchtvaartmaatschappij die een dergelijke dienst exploiteert neemt de verantwoordelijkheid op zich om te voldoen aan de in artikel 8, lid 2, genoemde exploitatiecriteria om verworven rechten te behouden.
Slots die aan één van de deelnemende luchtvaartmaatschappijen zijn toegewezen, kunnen door één of meer andere luchtvaartmaatschappijen voor de gezamenlijke exploitatie worden gebruikt, op voorwaarde dat de identificatiecode van de luchtvaartmaatschappij waaraan de slots zijn toegewezen voor coördinatie- en monitoringdoeleinden voor de gezamenlijke vlucht gehandhaafd blijft. Wanneer dergelijke vluchten worden stopgezet, blijven de daarvoor gebruikte slots bij de luchtvaartmaatschappij waaraan zij oorspronkelijk waren toegewezen. Luchtvaartmaatschappijen die deelnemen aan gezamenlijke vluchten, stellen de coördinatoren voor de aanvang van deze vluchten in kennis van de gegevens betreffende dergelijke vluchten.
9.
Indien er voor nieuwe gegadigden ernstige problemen blijven bestaan, zorgt de lidstaat ervoor dat er een vergadering van het coördinatiecomité wordt belegd om te onderzoeken hoe deze problemen kunnen worden verholpen. De Commissie wordt op deze vergadering uitgenodigd.
Voetnoten
Verordening (EG) nr. 474/2006 van de Commissie van 22 maart 2006 tot opstelling van de in hoofdstuk II van Verordening (EG) nr. 2111/2005 van het Europees Parlement en de Raad bedoelde communautaire lijst van luchtvaartmaatschappijen waaraan een exploitatieverbod is opgelegd in de Gemeenschap (PB L 84 van 23.3.2006, blz. 14).