Einde inhoudsopgave
Verordening (EEG) nr. 95/93 betreffende gemeenschappelijke regels voor de toewijzing van 'slots' op communautaire luchthavens
Aanhef
Geldend
Geldend vanaf 30-06-2009
- Bronpublicatie:
18-06-2009, PbEU 2009, L 167 (uitgifte: 01-01-2009, regelingnummer: 545/2009)
- Inwerkingtreding
30-06-2009
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
18-06-2009, PbEU 2009, L 167 (uitgifte: 01-01-2009, regelingnummer: 545/2009)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Bijzondere onderwerpen
Vervoersrecht / Luchtvervoer
Vervoersrecht / Europees vervoersrecht
Internationaal strafrecht / Europees strafrecht en strafprocesrecht
Verordening van de Raad van 18 januari 1993 betreffende gemeenschappelijke regels voor de toewijzing van ‘slots’ op communautaire luchthavens
DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap, inzonderheid op artikel 84, lid 2,
Gezien het voorstel van de Commissie (1)
Gezien het advies van het Europese Parlement (2),
Gezien het advies van het Economisch en Sociaal Comité (3),
Overwegende dat er een toenemend gebrek aan evenwicht is tussen het zich uitbreidende luchtverkeer in Europa en de beschikbaarheid van passende luchthaveninfrastructuur om aan deze vraag te voldoen; dat een groeiend aantal luchthavens in de Gemeenschap dan ook met overbelasting te kampen heeft;
Overwegende dat de toewijzing van ‘slots’ op overbelaste luchthavens moet zijn gebaseerd op onpartijdige, doorzichtige en niet-discriminerende regels;
Overwegende dat onpartijdigheid het beste wordt gewaarborgd wanneer het besluit om een luchthaven te coördineren door de voor die luchthaven verantwoordelijke Lid-Staat wordt genomen op grond van objectieve criteria;
Overwegende dat het, ten einde de exploitatie te vergemakkelijken, onder bepaalde voorwaarden wenselijk is dat een Lid-Staat een luchthaven als gecoördineerd moet kunnen bestempelen, mits aan de beginselen van doorzichtigheid, onpartijdigheid en niet-discriminatie wordt voldaan;
Overwegende dat de voor de gecoördineerde luchthaven verantwoordelijke Lid-Staat een coördinator moet aanstellen wiens onpartijdigheid boven alle twijfel verheven is;
Overwegende dat de doorzichtigheid van informatie een essentiële voorwaarde is voor een objectieve procedure voor de toewijzing van ‘slots’;
Overwegende dat de beginselen waarop het huidige systeem van toewijzing van ‘slots’ is gebaseerd de grondslag van deze verordening kunnen vormen, mits dit systeem gelijke tred houdt met nieuwe ontwikkelingen op vervoergebied in de Gemeenschap;
Overwegende dat het beleid van de Gemeenschap volgens Verordening (EEG) nr. 2408/92 van de Raad van 23 juli 1992 betreffende de toegang van communautaire luchtvaartmaatschappijen tot intracommunautaire luchtroutes (4) is gericht op vergemakkelijking van mededinging en stimulering van toegang tot de markt, en dat deze doelstellingen vragen om belangrijke steun voor luchtvaartmaatschappijen die diensten willen gaan onderhouden op intracommunautaire routes;
Overwegende dat het huidige systeem voorziet in historische rechten;
Overwegende dat ook nieuwe gegadigden toegang tot de markt van de Gemeenschap moeten kunnen krijgen;
Overwegende dat het nodig is onder welbepaalde voorwaarden te voorzien in bijzondere bepalingen voor de handhaving van adequate binnenlandse luchtdiensten naar nationale gebieden;
Overwegende dat tevens situaties moeten worden vermeden waarin door een gebrek aan beschikbare ‘slots’ de voordelen van liberalisatie ongelijk zijn verdeeld en de mededinging wordt geschaad;
Overwegende dat het wenselijk is dat een zo goed mogelijk gebruik wordt gemaakt van de bestaande ‘slots’ om de bovengenoemde doelstellingen te bereiken;
Overwegende dat het wenselijk is dat derde landen de maatschappijen van de Gemeenschap een gelijkwaardige behandeling geven;
Overwegende dat de toepassing van deze verordening geen afbreuk mag doen aan de mededingingsregels van het Verdrag, inzonderheid de artikelen 85 en 86;
Overwegende dat het Koninkrijk Spanje en het Verenigd Koninkrijk op 2 december 1987 in Londen in een gezamenlijke verklaring van hun ministers van Buitenlandse Zaken regelingen zijn overeengekomen inzake meer samenwerking bij het gebruik van de luchthaven van Gibraltar, welke regelingen echter nog niet worden toegepast;
Overwegende dat deze verordening na een bepaalde toepassingsperiode opnieuw moet worden bezien om de werking ervan te beoordelen,
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD: