Einde inhoudsopgave
Richtlijn 2006/112/EG van de Raad betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde
Artikel 199 bis
Geldend
Geldend vanaf 11-06-2022
- Bronpublicatie:
03-06-2022, PbEU 2022, L 155 (uitgifte: 08-06-2022, regelingnummer: 2022/890)
- Inwerkingtreding
11-06-2022
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
03-06-2022, PbEU 2022, L 155 (uitgifte: 08-06-2022, regelingnummer: 2022/890)
- Vakgebied(en)
Omzetbelasting (V)
Europees belastingrecht / Richtlijnen EU
Omzetbelasting / Belastingplichtige en -schuldige
Europees belastingrecht / Belastingen EU
Europees belastingrecht (V)
1.
Tot en met 31 december 2026 kunnen de lidstaten bepalen dat de btw moet worden voldaan door de belastingplichtige voor wie de volgende goederenleveringen of diensten worden verricht:
- a)
de overdracht van broeikasgasemissierechten als omschreven in artikel 3 van Richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 oktober 2003 tot vaststelling van een regeling voor de handel in broeikasgasemissierechten binnen de Gemeenschap en tot wijziging van Richtlijn 96/61/EG van de Raad (1), die overdraagbaar zijn overeenkomstig artikel 12 van die richtlijn;
- b)
de overdracht van andere eenheden die door exploitanten kunnen worden gebruikt om aan de betreffende richtlijn te voldoen;
- c)
de levering van mobiele telefoons, dat wil zeggen apparaten die zijn vervaardigd of aangepast voor gebruik in een netwerk waarvoor een vergunning is afgegeven en die op gespecificeerde frequenties werken, ongeacht of zij nog een ander gebruik hebben;
- d)
de levering van geïntegreerde schakelingen zoals microprocessoren en centrale verwerkingseenheden, vóórdat deze in een eindproduct zijn ingebouwd;
- e)
levering van gas en elektriciteit aan een belastingplichtige wederverkoper, zoals bepaald in artikel 38, lid 2;
- f)
levering van gas- en elektriciteitscertificaten;
- g)
verrichting van telecommunicatiediensten als omschreven in artikel 24, lid 2;
- h)
levering van spelconsoles, tablet-pc's en laptops;
- i)
granen en industriële gewassen, met inbegrip van oliehoudende zaden en suikerbieten, die in principe, in de staat waarin zij zich bevinden, niet zijn bestemd voor eindverbruik;
- j)
ruwe en halfafgewerkte metalen, met inbegrip van edele metalen, wanneer zij niet onder artikel 199, lid 1, onder d), de bijzondere regelingen voor gebruikte goederen, kunstvoorwerpen, voorwerpen voor verzamelingen en antiquiteiten overeenkomstig de artikelen 311 tot en met 343 of de bijzondere regeling voor beleggingsgoud overeenkomstig de artikelen 344 tot en met 356 vallen.
1 bis.
De lidstaten kunnen de voorwaarden bepalen voor de toepassing van de regeling als voorzien in lid 1.
1 ter.
De toepassing van de in lid 1 vastgestelde regeling op de levering van elk van de goederen of diensten opgesomd in de punten (c) tot (j) van dat lid, dient gepaard te gaan met de invoering van passende en doeltreffende rapportageverplichtingen voor belastbare personen die de goederen of diensten leveren waarop de in lid 1 vastgestelde regeling van toepassing is.
2.
De lidstaten stellen het btw-comité in kennis van de toepassing van de in lid 1 vastgestelde regeling wanneer deze wordt ingevoerd, en verstrekken het daarbij de volgende informatie:
- a)
Het toepassingsgebied van de maatregel waarbij de regeling ten uitvoer wordt gelegd, samen met het type en de kenmerken van de fraude, en een gedetailleerde beschrijving van begeleidende maatregelen, met inbegrip van rapportageverplichtingen betreffende belastbare personen en eventuele andere controlemaatregelen;
- b)
ondernomen stappen om de betrokken belastbare personen in kennis te stellen van het invoeren van de toepassing van de regeling;
- c)
de evaluatiecriteria om een vergelijking te kunnen maken tussen frauduleuze activiteiten met betrekking tot de in lid 1 bedoelde goederen of diensten voor en na de toepassing van de regeling, frauduleuze activiteiten met betrekking tot andere goederen en diensten voor en na de toepassing van de regeling, en iedere toename van andere vormen van frauduleuze activiteiten voor en na de toepassing van de regeling;
- d)
de aanvangsdatum en de toepassingsduur van de maatregel waarbij de regeling ten uitvoer wordt gelegd.
Voetnoten
PB L 275 van 25.10.2003, blz. 32.