Richtlijn 2008/120/EG tot vaststelling van minimumnormen ter bescherming van varkens
Artikel 7
Geldend
Geldend vanaf 10-03-2009
- Bronpublicatie:
18-12-2008, PbEU 2009, L 47 (uitgifte: 18-02-2009, regelingnummer: 2008/120/EG)
- Inwerkingtreding
10-03-2009
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
18-12-2008, PbEU 2009, L 47 (uitgifte: 18-02-2009, regelingnummer: 2008/120/EG)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Marktintegratie
Douane (V)
1.
Bij voorkeur vóór 1 januari 2005 en in elk geval vóór 1 juli 2005 legt de Commissie de Raad een verslag voor op basis van een advies van de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid. Bij de opstelling van het verslag wordt rekening gehouden met de sociaal-economische consequenties, de gezondheidsconsequenties, de milieueffecten en de verschillende klimatologische omstandigheden. Er wordt tevens rekening gehouden met de stand van de technieken en systemen voor varkenshouderij en vleesverwerking die chirurgische castratie minder noodzakelijk kunnen maken. Het verslag gaat in voorkomend geval vergezeld van passende wetgevingsvoorstellen met betrekking tot de effecten van de verschillende beschikbare ruimten en vloertypen zoals die gelden voor het welzijn van gespeende varkens en gebruiksvarkens.
2.
Uiterlijk 1 januari 2008 legt de Commissie de Raad een verslag voor op basis van een advies van de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid.
Het verslag betreft in het bijzonder:
- a)
de invloed van de bezettingsgraad, waaronder de groepsgrootte en methoden voor het groeperen van de dieren, bij verschillende houderijsystemen op het welzijn en de gezondheid van varkens;
- b)
de invloed van het stalontwerp en de verschillende vloertypen op het welzijn, mede omvattende de gezondheid, van de varkens, waarbij rekening dient te worden gehouden met de verschillende klimatologische omstandigheden;
- c)
de risicofactoren die verbonden zijn aan staartbijten en aanbevelingen om de noodzaak van kortstaarten te verminderen;
- d)
de verdere ontwikkeling van groepshuisvestingssystemen voor drachtige zeugen, waarbij rekening dient te worden gehouden met zowel de pathologische, zoötechnische, fysiologische en ethologische aspecten van de onderscheiden systemen, met hun gevolgen voor de gezondheid en het milieu als met de verschillende klimatologische omstandigheden;
- e)
de minimaal vereiste oppervlakte, met inbegrip van de dekafdeling, voor individueel gehuisveste volwassen fokberen;
- f)
de verdere ontwikkeling van op de behoeften van de zeugen afgestemde huisvestingssystemen voor zeugen in dekafdelingen en voor zeugen in de perinatale periode, waarbij de dieren vrij kunnen rondlopen, zonder dat dit resulteert in extra uitval van biggen;
- g)
de houding en het gedrag van de consument ten aanzien van varkensvlees bij verschillende niveaus van verbetering van het welzijn van de dieren;
- h)
de sociaal-economische gevolgen van de verschillende varkenshouderijsystemen en het effect daarvan op de economische partners van de Gemeenschap.
Dit verslag kan zo nodig vergezeld gaan van passende wetgevingsvoorstellen.