Einde inhoudsopgave
Besluit activiteiten leefomgeving
Artikel 4.1303 (lucht: emissiegrenswaarden ketel)
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2024
- Bronpublicatie:
22-08-2022, Stb. 2022, 320 (uitgifte: 24-08-2022, kamerstukken/regelingnummer: -)
16-09-2020, Stb. 2020, 400 (uitgifte: 28-10-2020, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
05-04-2023, Stb. 2023, 113 (uitgifte: 07-04-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
05-04-2023, Stb. 2023, 113 (uitgifte: 07-04-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Ministerie van Economische Zaken en Klimaat
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- Vakgebied(en)
Omgevingsrecht / Algemeen
Omgevingsrecht / Omgevingswet
1.
Voor de emissie in de lucht van een ketel zijn de emissiegrenswaarden:
- a.
voor stikstofoxiden, zwaveldioxide en totaal stof de waarden, bedoeld in tabel 4.1303; en
- b.
voor ammoniak:
- 1°
5 mg/Nm3 bij toepassing van selectieve katalytische reductie; en
- 2°
10 mg/Nm3 bij toepassing van selectieve niet-katalytische reductie.
2.
Aan het eerste lid wordt voor totaal stof bij de verbranding van vloeibare brandstof in een ketel met een nominaal thermisch ingangsvermogen van minder dan 1 MW in ieder geval voldaan als:
- a.
het asgehalte van de brandstof in massaprocent lager is dan de toepasselijke emissiegrenswaarde gedeeld door 800; en
- b.
uit de keuring, bedoeld in artikel 4.1326, blijkt dat de concentratie van koolstofmonoxide in het rookgas lager is dan 100 mg/Nm3.
3.
Aan het eerste lid wordt voor totaal stof bij de verbranding van rie-biomassa of pellets gemaakt uit rie-biomassa in een ketel met een nominaal thermisch ingangsvermogen van minder dan 1 MW in ieder geval voldaan als de afgezogen stofemissies door een geschikt doekenfilter worden gevoerd.
4.
Aan het eerste lid wordt bij de verbranding van rie-biomassa of pellets gemaakt uit rie-biomassa in een ketel met een nominaal thermisch ingangsvermogen van ten hoogste 0,5 MW in ieder geval voldaan als Verordening (EU) 2015/1189 van de Commissie van 28 april 2015 tot uitvoering van Richtlijn 2009/125/EG van het Europees Parlement en de Raad wat de eisen inzake ecologisch ontwerp voor verwarmingsketels voor vaste brandstoffen betreft (PbEU 2015, L 193/100) van toepassing is.
Brandstof / nominaal thermisch ingangsvermogen | Stikstofoxiden in mg/Nm3 | Zwaveldioxide in mg/Nm3 | Totaal stof in mg/Nm3 |
---|---|---|---|
Vloeibare brandstof, met uitzondering van rie-biomassa, gestookt in een ketel van meer dan 400kW en minder dan 1MW | 120 | 200 | 20 |
Vloeibare brandstof, met uitzondering van rie-biomassa, gestookt in een ketel van tenminste 1MW | 120 | 200 | 5 |
Rie-biomassa of pellets gemaakt uit rie-biomassa, gestookt in een ketel van ten hoogste 0,5 MW | 300 | 200 | 40 |
Rie-biomassa of pellets gemaakt uit rie-biomassa, gestookt in een ketel van meer dan 0,5 MW en minder dan 1 MW | 275 | 100 | 15 |
Rie-biomassa of pellets gemaakt uit rie-biomassa, gestookt in een ketel van ten minste 1 en minder dan 5 MW | 145 | 100 | 5 |
Rie-biomassa of pellets gemaakt uit rie-biomassa, gestookt in een ketel van ten minste 5 MW | 100 | 60 | 5 |
Vergistingsgas, gestookt in een ketel van meer dan 400 kW en minder dan 1 MW | 70 | 200 | – |
Vergistingsgas, gestookt in een ketel van meer dan 1 MW | 70 | 100 | – |
Aardgas, gestookt in een ketel van meer dan 400kW | 70 | – | – |
Propaangas of butaangas, gestookt in een ketel van meer dan 400kW | 140 | – | – |