Einde inhoudsopgave
Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek
Artikel 5.5 Financiële middelen
Geldend
Geldend vanaf 01-02-2019
- Redactionele toelichting
Dit artikel is opnieuw ingevoegd. Art. 5.5 (oud) vervallen.
- Bronpublicatie:
15-06-2018, Stb. 2018, 209 (uitgifte: 05-07-2018, kamerstukken: 34735)
- Inwerkingtreding
01-02-2019
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
22-01-2019, Stb. 2019, 28 (uitgifte: 31-01-2019, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij
- Vakgebied(en)
Onderwijsrecht / Hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek
1.
Onze Minister stelt jaarlijks aan het accreditatieorgaan ten laste van de begroting van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap overeenkomstig de artikelen 14 en 15, derde lid, van het Accreditatieverdrag financiële middelen ter beschikking voor de vervulling van zijn taken, voortvloeiend uit artikel 1, eerste en tweede lid, van het Accreditatieverdrag.
2.
Onze Minister stelt jaarlijks voor 1 september van enig kalenderjaar, doch niet dan nadat hij daarover met het accreditatieorgaan heeft overlegd, het bedrag vast dat voor het daaropvolgende kalenderjaar aan het accreditatieorgaan ter beschikking zal worden gesteld en neemt dit bedrag op in het voorstel van wet tot vaststelling van de begroting van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.
3.
Het boekjaar van het accreditatieorgaan valt samen met het kalenderjaar.
4.
Zolang de wet tot vaststelling van de begroting, bedoeld in het eerste en tweede lid, niet in werking is getreden, verstrekt Onze Minister met ingang van het kalenderjaar waarop de begroting betrekking heeft, in de vorm van maandelijkse termijnen een voorschot aan het accreditatieorgaan tot een maximum van het bedrag, bedoeld in het tweede lid.
5.
Overeenkomstig artikel 15, eerste en tweede lid, van het Accreditatieverdrag stelt Onze Minister, na overleg met het accreditatieorgaan, de tarieven vast die het instellingsbestuur aan het accreditatieorgaan verschuldigd is voor de door hem ten behoeve van het instellingsbestuur verrichte werkzaamheden.