Einde inhoudsopgave
Wet op de architectentitel
Artikel 3
Geldend
Geldend vanaf 01-04-2020
- Bronpublicatie:
12-02-2020, Stb. 2020, 76 (uitgifte: 04-03-2020, kamerstukken: 35320)
- Inwerkingtreding
01-04-2020
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
16-03-2020, Stb. 2020, 98 (uitgifte: 23-03-2020, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen
Ministerie van Justitie
Ministerie van Economische Zaken
- Vakgebied(en)
Bouwrecht / Architectenrecht
1.
Het bureau is belast met het beheer van het register.
2.
Het bureau treedt bij de uitvoering van deze wet op als bevoegde autoriteit. Het bureau werkt in die hoedanigheid nauw samen met de bevoegde autoriteiten van andere betrokken staten en:
- a.
verstrekt aan of vraagt bij die autoriteiten gegevens op inzake tuchtrechtelijke maatregelen, strafrechtelijke sancties of andere ernstige feiten voor zover noodzakelijk voor de beoordeling van de rechtmatigheid van de toegang tot of de uitoefening van werkzaamheden op het gebied van architectuur, stedenbouw, tuin- en landschapsarchitectuur of interieurarchitectuur van of door een persoon die krachtens artikel 13 is ingeschreven in het register of die op grond van dat artikel een verzoek tot inschrijving in het register heeft gedaan;
- b.
gaat de juistheid na van de door de bevoegde autoriteit van een andere betrokken staat verstrekte informatie als bedoeld in onderdeel a en stelt die autoriteit in kennis van de bevindingen en de eventueel daaraan te verbinden gevolgen;
- c.
ontvangt de voor de inschrijving in het register en de erkenning van de titel van architect, stedenbouwkundige, tuin- en landschapsarchitect of interieurarchitect noodzakelijke documenten of informatie, verstrekt aan een in het register ingeschreven persoon op diens verzoek afschriften van de bij de inschrijving ontvangen documenten of een verklaring omtrent de periode waarin de ingeschrevene geacht kan worden werkzaam te zijn geweest op zijn vakgebied en neemt de in de richtlijn bedoelde besluiten omtrent de erkenning van de titel die bij de opleiding behoort van de persoon die heeft verzocht om te worden ingeschreven in het register.
3.
Het bureau verstrekt informatie over de voorschriften van de richtlijn met betrekking tot de erkenning van beroepskwalificaties voor architect, stedenbouwkundige, tuin- en landschapsarchitect of interieurarchitect, over de wettelijke voorschriften met betrekking tot de beroepsuitoefening van architect, stedenbouwkundige, tuin- en landschapsarchitect of interieurarchitect en over de inschrijving in een van die hoedanigheden in het register en de wettelijke gevolgen daarvan.
4.
Het bureau biedt voorts belanghebbenden ondersteuning bij de uitoefening van hun rechten krachtens de richtlijn om in Nederland of een andere betrokken staat op het gebied van de architectuur, stedenbouw, tuin- en landschapsarchitectuur of interieurarchitectuur zelfstandig of in loondienst beroepswerkzaamheden te verrichten of op een van die gebieden tijdelijk en incidenteel overeenkomstig de richtlijn diensten te verrichten.
5.
Het bureau verstrekt de informatie, bedoeld in het tweede lid, onder a en b, via het IMI.
6.
Het bureau informeert het door Onze Minister op grond van artikel 34d van de Algemene wet erkenning EU-beroepskwalificaties aangewezen assistentiecentrum periodiek over de werkzaamheden die het op grond van het derde en vierde lid heeft verricht en over het resultaat van de door hem op grond van het vierde lid geboden ondersteuning.