Einde inhoudsopgave
Wet op de architectentitel
Artikel 3c
Geldend
Geldend vanaf 28-12-2009
- Bronpublicatie:
23-12-2009, Stb. 2009, 616 (uitgifte: 24-12-2009, kamerstukken: 31859)
- Inwerkingtreding
28-12-2009
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
23-12-2009, Stb. 2009, 617 (uitgifte: 24-12-2009, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen
Ministerie van Justitie
Ministerie van Economische Zaken
- Vakgebied(en)
Bouwrecht / Architectenrecht
1.
Onze Minister van Justitie informeert de persoon, bedoeld in artikel 3b, eerste lid, ten aanzien van wie de verklaring omtrent het gedrag wordt gevraagd indien hij voornemens is de afgifte van de verklaring omtrent het gedrag te weigeren.
2.
Onze Minister van Justitie verstrekt de verklaring omtrent het gedrag dan wel de weigering tot afgifte daarvan aan de persoon, bedoeld in artikel 3b, eerste lid.
3.
Onze Minister van Justitie stelt de bevoegde autoriteit uit een andere betrokken staat zo spoedig mogelijk op de hoogte van de afgifte dan wel weigering van de verklaring omtrent het gedrag. Bij de kennisgeving over de afgifte van de verklaring omtrent het gedrag wordt de strekking van de afgegeven verklaring omtrent het gedrag medegedeeld.
4.
Indien de weigering van de verklaring omtrent het gedrag nog niet onherroepelijk is, informeert Onze Minister van Justitie de bevoegde autoriteit van een andere betrokken staat daarover.