Einde inhoudsopgave
Richtlijn 2009/16/EG betreffende havenstaatcontrole (Herschikking)
Artikel 16 Maatregelen tot weigering van toegang aan bepaalde schepen
Geldend
Geldend vanaf 20-12-2017
- Redactionele toelichting
Wordt toegepast vanaf 21-12-2019.
- Bronpublicatie:
15-11-2017, PbEU 2017, L 315 (uitgifte: 30-11-2017, regelingnummer: 2017/2110)
- Inwerkingtreding
20-12-2017
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
15-11-2017, PbEU 2017, L 315 (uitgifte: 30-11-2017, regelingnummer: 2017/2110)
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Rechtshandhaving
Waterrecht (V)
1.
Een lidstaat weigert de toegang tot zijn havens en ankerplaatsen van elk schip dat:
- —
vaart onder de vlag van een staat met een aanhoudingsgraad in de zwarte lijst, vastgesteld overeenkomstig het Memorandum van Parijs op basis van in de inspectiedatabank geregistreerde informatie die jaarlijks door de Commissie wordt bekendgemaakt, en dat meer dan twee keer is aangehouden in de loop van de afgelopen 36 maanden in een haven of ankerplaats van een lidstaat of een staat die het Memorandum van Parijs heeft ondertekend, of
- —
vaart onder de vlag van een staat met een aanhoudingsgraad in de grijze lijst, vastgesteld overeenkomstig het Memorandum van Parijs op basis van in de inspectiedatabank geregistreerde informatie die jaarlijks door de Commissie wordt bekendgemaakt, en dat meer dan twee keer is aangehouden in de loop van de afgelopen 24 maanden in een haven of ankerplaats van een lidstaat of een staat die het Memorandum van Parijs heeft ondertekend.
De eerste alinea is niet van toepassing in de in artikel 21, lid 6, genoemde omstandigheden.
De weigering van toegang geldt zodra het schip de haven of ankerplaats heeft verlaten waar het voor een derde keer is aangehouden en waar een weigering van toegang is uitgevaardigd.
2.
Het besluit tot weigering van toegang wordt ten vroegste drie maanden na de datum van uitvaardiging ingetrokken indien is voldaan aan de voorwaarden van de punten 3 tot en met 9 van bijlage VIII.
Indien het schip reeds een tweede keer de toegang wordt geweigerd, bedraagt deze periode twaalf maanden.
3.
Een daarop volgende aanhouding in een haven of ankerplaats in de Gemeenschap leidt tot een weigering van de toegang tot alle havens en ankerplaatsen in de Gemeenschap. Dit derde besluit tot weigering van toegang kan uitsluitend worden ingetrokken nadat een periode van 24 maanden sinds de uitvaardiging van de weigering is verstreken, en indien:
- —
het schip vaart onder de vlag van een staat met een aanhoudingsgraad die niet onder de in lid 1 bedoelde zwarte of de grijze lijst valt;
- —
de wettelijk voorgeschreven certificaten en de classificatiecertificaten van het schip zijn afgegeven door een organisatie of organisaties die zijn erkend op grond van Verordening (EG) nr. 391/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2009 inzake gemeenschappelijke voorschriften en normen voor met de inspectie en controle van schepen belaste organisaties(1);
- —
het schip wordt geëxploiteerd door een maatschappij die goed presteert overeenkomstig bijlage I, deel I.1 en
- —
aan de voorwaarden van bijlage VIII, punten 3 tot en met 9, is voldaan.
Elk schip dat 24 maanden na de uitvaardiging van de weigering niet aan de in dit lid neergelegde criteria voldoet, wordt permanent de toegang tot de havens en ankerplaatsen in de Gemeenschap geweigerd.
4.
Elke aanhouding in een haven of ankerplaats in de Gemeenschap volgend op de derde weigering van de toegang leidt tot een permanente weigering van de toegang tot alle havens en ankerplaatsen in de Gemeenschap.
5.
Voor de toepassing van dit artikel voldoen de lidstaten aan de procedures die zijn vastgesteld in bijlage VIII.
Voetnoten
Zie bladzijde 11 van dit Publicatieblad.