Einde inhoudsopgave
Richtlijn 2009/16/EG betreffende havenstaatcontrole (Herschikking)
Artikel 18 bis Aan land toepasselijke klachtafhandelingsprocedures aangaande MLC 2006
Geldend
Geldend vanaf 20-08-2013
- Bronpublicatie:
12-08-2013, PbEU 2013, L 218 (uitgifte: 14-08-2013, regelingnummer: 2013/38/EU)
- Inwerkingtreding
20-08-2013
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
12-08-2013, PbEU 2013, L 218 (uitgifte: 14-08-2013, regelingnummer: 2013/38/EU)
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Rechtshandhaving
Waterrecht (V)
1.
Een klacht van een zeevarende waarin een inbreuk op de voorschriften van MLC 2006 (met inbegrip van de rechten van zeevarenden) wordt aangevoerd, kan worden gemeld aan een inspecteur in de haven waar het schip van de zeevarende is binnengelopen. In die gevallen verricht de inspecteur een eerste onderzoek.
2.
Indien zulks gelet op de aard van de klacht passend is, wordt tijdens het eerste onderzoek ook nagegaan, of aan boord de klachtenprocedures zijn gevolgd waarin voorschrift 5.1.5 van MLC 2006 voorziet. De inspecteur kan ook een meer gedetailleerde inspectie in overeenstemming met artikel 13 van deze richtlijn verrichten.
3.
De inspecteur tracht, in voorkomend geval, een oplossing voor de klacht aan boord te bevorderen.
4.
Indien het onderzoek of de inspectie een onder artikel 19 vallende inbreuk uitwijst, is dat artikel van toepassing.
5.
Indien lid 4 niet van toepassing is en een klacht van een zeevarende over aangelegenheden die onder MLC 2006 vallen niet aan boord is opgelost, stelt de inspecteur de vlaggenstaat daarvan onmiddellijk in kennis en verlangt hij binnen een vastgestelde termijn advies en een corrigerend actieplan van de vlaggenstaat. Een verslag van iedere verrichte inspectie wordt via elektronische weg naar de in artikel 24 bedoelde inspectiedatabank gestuurd.
6.
Indien de klacht na de overeenkomstig lid 5 ondernomen actie niet is opgelost, stuurt de havenstaat de directeur-generaal van het Internationaal Arbeidsbureau een afschrift van het verslag van de inspecteur. Elk antwoord dat binnen de voorgeschreven termijn van de bevoegde instantie van de vlaggenstaat is ontvangen, wordt bij het verslag gevoegd. De desbetreffende zeevarenden- en redersorganisaties in de havenstaat worden eveneens op de hoogte gebracht. Daarnaast stuurt de havenstaat de directeur-generaal van het Internationaal Arbeidsbureau regelmatig statistieken en informatie over de opgeloste klachten.
Dergelijke toezendingen worden voorzien om een bestand van dergelijke informatie bij te houden, voor zover op basis van dergelijke acties als passend en doelmatige kan worden beschouwd, en die onder de aandacht van partijen wordt gebracht, waaronder de organisaties van zeevarenden en reders, die eventueel gebruik willen maken van de beroepsprocedures.
7.
Teneinde uniforme voorwaarden voor de uitvoering van dit artikel te waarborgen, worden aan de Commissie uitvoeringsbevoegdheden toegekend voor het vaststellen van een geharmoniseerd elektronisch formaat en procedure voor de rapportering van door de lidstaten genomen vervolgmaatregelen. Die uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 31, lid 3, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld.
8.
Dit artikel laat artikel 18 onverlet. Artikel 18, vierde alinea, geldt ook voor klachten over aangelegenheden die vallen onder MLC 2006.