Einde inhoudsopgave
Uitvoeringsregeling Douane- en Accijnswet BES
Artikel 2.21
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2011
- Redactionele toelichting
Tijdstip iwtr.: 00:00 uur in de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba. 05:00 uur in het Europese deel van Nederland. Deze regeling is herplaatst (04-02-2011).
- Bronpublicatie:
23-12-2010, Stcrt. 2010, 21153 (uitgifte: 29-12-2010, regelingnummer: DV/2010/483)
- Inwerkingtreding
01-01-2011
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
23-12-2010, Stb. 2010, 848 (uitgifte: 01-01-2010, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Afhankelijke geldigheid
Treedt tegelijk in werking met de Douane- en Accijnswet BES (16-12-2010, Stb. 846).
- Vakgebied(en)
Belastingen van lagere overheden (V)
Belastingrecht algemeen (V)
Douane (V)
1.
De goedkeuring van een ruimte voor de tijdelijke opslag van goederen, bedoeld in artikel 2.12, eerste lid, van de wet, is gebonden aan een vergunning tot beheer van de desbetreffende ruimte.
2.
Degene die een ruimte als bedoeld in het eerste lid wenst te beheren, dient daartoe een schriftelijk verzoek in bij de inspecteur. Het verzoek bevat een beschrijving van de ligging, van de afscheiding van andere percelen en, waar nodig, van de bouw en de inrichting van de ruimte.
3.
Het verzoek, bedoeld in het tweede lid, bevat gegevens waaruit blijkt dat er een economische behoefte bestaat aan het gebruik van de ruimte voor de tijdelijke opslag van goederen onder douaneverband.
4.
In de vergunning, bedoeld in het eerste lid, wordt onder meer bepaald voor welke soort goederen de vergunning wordt verleend en de wijze en hoogte van de zekerheidstelling. De inspecteur kan de opslag van goederen aan beperkingen onderwerpen of de opslag daarvan verbieden.
5.
De overname van de aansprakelijkheid voor een eventuele douaneschuld geschiedt bij ondertekende en gedagtekende verklaring van de beheerder van een ruimte voor tijdelijke opslag, op de akte tot inklaring of op een andere door de inspecteur te bepalen wijze.