Einde inhoudsopgave
Uitvoeringsregeling Douane- en Accijnswet BES
Artikel 2.20
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2011
- Redactionele toelichting
Tijdstip iwtr.: 00:00 uur in de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba. 05:00 uur in het Europese deel van Nederland. Deze regeling is herplaatst (04-02-2011).
- Bronpublicatie:
23-12-2010, Stcrt. 2010, 21153 (uitgifte: 29-12-2010, regelingnummer: DV/2010/483)
- Inwerkingtreding
01-01-2011
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
23-12-2010, Stb. 2010, 848 (uitgifte: 01-01-2010, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Afhankelijke geldigheid
Treedt tegelijk in werking met de Douane- en Accijnswet BES (16-12-2010, Stb. 846).
- Vakgebied(en)
Belastingen van lagere overheden (V)
Belastingrecht algemeen (V)
Douane (V)
1.
De losplaatsen, bedoeld in artikel 2.11, eerste lid, van de wet, zijn de door de inspecteur aangewezen havengebieden en platforms van de in artikel 2.8, eerste lid, genoemde plaatsen en vliegvelden.
2.
Goederen, ingeklaard met vrachtlijsten, kunnen zonder voorafgaande nadere aangifte worden gelost en tijdelijk opgeslagen, mits alle daarop vermelde goederen worden opgeslagen. De vrachtlijsten kunnen worden gebruikt voor de tijdelijke opslag.
3.
Lossing of overlading van goederen geschiedt slechts op werkdagen en gedurende de openingstijden van de douanekantoren. Op andere dagen en andere tijden slechts met toestemming van de inspecteur.
4.
Toestemming tot lossing wordt zo spoedig mogelijk verleend nadat de inspecteur heeft vastgesteld dat de voorgeschreven douaneformaliteiten zijn vervuld.
5.
Toestemming tot lossing of overlading wordt ten aanzien van ingeklaarde goederen verleend voor een periode van ten hoogste twee maal vierentwintig uur.
6.
De toestemming van de inspecteur tot lossing is niet vereist in het geval van een dreigend gevaar, dat ertoe noopt de goederen onmiddellijk geheel of gedeeltelijk te lossen. In dat geval wordt de inspecteur door de gezagvoerder, die de goederen heeft binnengebracht, daarvan onverwijld in kennis gesteld.
7.
Indien de lossing van ingeklaarde goederen niet binnen de in het vijfde lid bedoelde termijn is voltooid, kan de inspecteur op verzoek toestaan dat de lossing van de goederen wordt voortgezet buiten de openingstijden van de douanekantoren. In dat geval wordt bewaking door de ambtenaren toegepast.
8.
De inspecteur kan te allen tijde eisen dat binnengebrachte goederen onverwijld worden gelost en uitgepakt.