Einde inhoudsopgave
Douane- en Accijnswet BES
Artikel 2.12
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2011
- Redactionele toelichting
Tijdstip iwtr.: 00:00 uur in de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba. 05:00 uur in het Europese deel van Nederland.
- Bronpublicatie:
16-12-2010, Stb. 2010, 846 (uitgifte: 28-12-2010, kamerstukken: 32190)
- Inwerkingtreding
01-01-2011
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
23-12-2010, Stb. 2010, 848 (uitgifte: 28-12-2010, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
- Vakgebied(en)
Belastingen van lagere overheden (V)
Belastingrecht algemeen (V)
1.
Ingeklaarde goederen kunnen onder dekking van de op de verklaring tot inklaring afgegeven akte, tijdelijk worden opgeslagen in door de inspecteur goedgekeurde ruimten, op terreinen of op andere locaties en onder door hem te stellen voorwaarden. De opslag geschiedt met toestemming van de inspecteur en onder zekerheidstelling voor een eventuele douaneschuld.
2.
De aansprakelijkheid voor de eventueel verschuldigde invoerrechten wordt overgenomen door de beheerder van een ruimte voor tijdelijke opslag, zonder dat daarvoor opnieuw aangifte behoeft te worden gedaan.
3.
Aan goederen in tijdelijke opslag wordt binnen een termijn van eenentwintig dagen na het indienen van de verklaring tot inklaring, een bestemming gegeven als bedoeld in artikel 2.15, eerste lid.
4.
Indien de omstandigheden zulks rechtvaardigen, kan de inspecteur op schriftelijk verzoek van de beheerder, de in het derde lid genoemde termijn, verlengen tot ten hoogste dertig dagen.