Einde inhoudsopgave
Douane- en Accijnswet BES
Artikel 2.16
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2017
- Bronpublicatie:
21-12-2016, Stb. 2016, 545 (uitgifte: 29-12-2016, kamerstukken: 34553)
- Inwerkingtreding
01-01-2017
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
21-12-2016, Stb. 2016, 545 (uitgifte: 29-12-2016, kamerstukken: 34553)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
- Vakgebied(en)
Belastingen van lagere overheden (V)
Belastingrecht algemeen (V)
1.
Aan goederen die zijn overgebracht naar een douane-entrepot of naar een handels- en dienstenentrepot, of die overgaan van het regime van tijdelijke opslag naar de opslag in een douane-entrepot of opslag in een accijnsgoederenplaats of opslag in een handels- en dienstenentrepot, wordt de douanebestemming douane-entrepot, accijnsgoederenplaats of handels- en dienstenentrepot, gegeven.
2.
Voor de in- of uitslag is toestemming van de inspecteur vereist.
3.
Aan goederen in een douane-entrepot of in een handels- en dienstenentrepot die bestemd zijn om te worden overgebracht naar een ander douane-entrepot, naar een andere handels- en dienstenentrepot of naar een plaats buiten de BES eilanden, dan wel bestemd zijn om ten invoer te worden aangegeven, wordt de douanebestemming douane-entrepot ter overbrenging naar een ander douane-entrepot of een handels- en dienstenentrepot onderscheidenlijk doorvoer of invoer gegeven.
4.
Aan goederen in een handels- en dienstenentrepot die bestemd zijn om te worden overgebracht naar een andere handels- en dienstenentrepot, een douane-entrepot of naar een plaats buiten de BES eilanden, dan wel bestemd zijn om ten invoer te worden aangegeven, wordt de douanebestemming uitslag uit een handels- en dienstenentrepot ter overbrenging naar een andere handels- en dienstenentrepot of naar een douane-entrepot onderscheidenlijk doorvoer of invoer gegeven.
5.
De overbrenging en de doorvoer van goederen geschiedt onder zekerheidstelling voor een eventuele douaneschuld.