Besluit werving, reclame en verslavingspreventie kansspelen
Artikel 2ab
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2023
- Bronpublicatie:
05-04-2023, Stb. 2023, 120 (uitgifte: 19-04-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-07-2023
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
05-04-2023, Stb. 2023, 120 (uitgifte: 19-04-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Horecarecht / Kansspel- en gokactiviteiten
Bestuursrecht algemeen / Bijzondere onderwerpen bestuursrecht
Informatierecht / Reclame
1.
De houder van een vergunning tot het organiseren van kansspelen op afstand ontplooit voor die kansspelen:
- a.
alleen zodanig specifiek gerichte wervings- en reclameactiviteiten dat deze geen personen bereiken als bedoeld in artikel 2, derde en vierde lid;
- b.
geen wervings- en reclameactiviteiten:
- 1°
via een omroepdienst als bedoeld in artikel 1.1, eerste lid, van de Mediawet 2008;
- 2°
in kranten, tijdschriften of andere gedrukte, algemeen toegankelijke communicatiemiddelen;
- 3°
die zijn waar te nemen op een openbare plaats als bedoeld in artikel 1 van de Wet openbare manifestaties, in een voor het publiek toegankelijk gebouw als bedoeld in artikel 174, eerste lid, van de Gemeentewet of op een daarbij behorend erf.
2.
Het eerste lid is niet van toepassing op wervings- en reclameactiviteiten via het internet of via een mediadienst op aanvraag als bedoeld in artikel 1.1, eerste lid, van de Mediawet 2008, indien de houder van de vergunning:
- a.
personen gelegenheid heeft gegeven aan te geven dat zij door de wervings- en reclameactiviteiten niet willen worden bereikt;
- b.
de best beschikbare maatregelen treft om te voorkomen dat een wervings- of reclameactiviteit een persoon zal bereiken, als bedoeld in onderdeel a of in artikel 2, derde of vierde lid;
- c.
met behulp van de best beschikbare technieken aantoont dat ten minste 95% van de personen die door een wervings- of reclameactiviteit zijn bereikt, de leeftijd van 24 jaar had bereikt.
3.
De houder van een andere vergunning op grond van de wet dan een vergunning tot het organiseren van kansspelen op afstand, ontplooit voor die andere kansspelen geen wervings- en reclameactiviteiten die:
- a.
door vorm, context of doel sterke gelijkenis vertonen met wervings- en reclameactiviteiten voor kansspelen op afstand;
- b.
bij het publiek redelijkerwijs de indruk geven dat zij kansspelen op afstand aanprijzen of mede aanprijzen;
- c.
het publiek via een URL of website of op enigerlei andere wijze direct of indirect verwijzen naar kansspelen op afstand.
4.
Bij regeling van Onze Minister kunnen nadere regels worden gesteld betreffende de toepassing van het tweede en derde lid.