Einde inhoudsopgave
Wet verplichte beroepspensioenregeling
Artikel 12 Intrekking naar aanleiding van de periodieke representativiteitstoets
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2007
- Redactionele toelichting
Tekstplaatsing met vernummering van de artikelen in 1 t/m 215 en vernummering van de verwijzingen in de artikelen. Voorheen art. 10. Oorspronkelijk art. 12 vernummerd tot art. 14.
- Bronpublicatie:
18-12-2006, Stb. 2006, 708 (uitgifte: 01-01-2006, kamerstukken/regelingnummer: -)
07-12-2006, Stb. 2006, 706 (uitgifte: 22-12-2006, kamerstukken: 30655)
- Inwerkingtreding
01-01-2007
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
18-12-2006, Stb. 2006, 708 (uitgifte: 01-01-2006, kamerstukken/regelingnummer: -)
18-12-2006, Stb. 2006, 707 (uitgifte: 22-12-2006, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Verzekeringsrecht / Pensioenrecht
1.
Acht weken voordat er twee jaren zijn verstreken sinds de mededeling, bedoeld in artikel 11, vierde lid, doet Onze Minister opnieuw een verzoek als bedoeld in artikel 11, eerste lid. Indien de beroepspensioenvereniging, binnen acht weken na dat verzoek niet aantoont dat nog wordt voldaan aan artikel 5, eerste lid, onderdeel b, trekt Onze Minister met betrekking tot de betrokken beroepsgroep de verplichtstelling in.
2.
Indien uitsluitend met betrekking tot de beroepsgenoten die in loondienst werkzaam zijn door de beroepspensioenvereniging niet is aangetoond dat nog wordt voldaan aan artikel 5, eerste lid, onderdeel b, trekt Onze Minister de verplichtstelling in afwijking van het eerste lid, slechts in met betrekking tot die groep.