Einde inhoudsopgave
Invorderingswet 1990
Artikel 7a [Uitbetalingen giraal]
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2015
- Bronpublicatie:
17-12-2014, Stb. 2014, 578 (uitgifte: 29-12-2014, kamerstukken: 34002)
- Inwerkingtreding
01-01-2015
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
17-12-2014, Stb. 2014, 578 (uitgifte: 29-12-2014, kamerstukken: 34002)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Justitie
- Vakgebied(en)
Invordering / Algemeen
Invordering (V)
1.
In afwijking van artikel 4:89, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht vindt uitbetaling aan de belastingschuldige van inkomstenbelasting uitsluitend plaats op een daartoe door de belastingschuldige bestemde bankrekening die op naam staat van de belastingschuldige. De belastingschuldige kan niet meer dan één bankrekening bestemmen voor de uitbetaling van inkomstenbelasting en voor de in artikel 25 van de Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen bedoelde uitbetaling van de hem toekomende voorschotten en tegemoetkomingen.
2.
Ingeval de belastingschuldige geen bankrekening heeft bestemd voor betaling van rijksbelastingen dan wel andere belastingen of heffingen voor zover de invordering daarvan is opgedragen aan de ontvanger betaalt de ontvanger op een bankrekening die op naam staat van de belastingschuldige.
3.
Het tweede lid is van overeenkomstige toepassing op andere door de ontvanger uit te betalen bedragen.
4.
In bij ministeriële regeling aan te wijzen gevallen kan worden afgeweken van het eerste lid. Daarbij worden regels gesteld met betrekking tot de bestemming van een andere bankrekening voor de uitbetaling van inkomstenbelasting.