Einde inhoudsopgave
Invorderingswet 1990
Artikel 7 [Toerekening van betalingen]
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2024
- Bronpublicatie:
20-12-2023, Stb. 2023, 499 (uitgifte: 27-12-2023, kamerstukken: 36418)
16-10-2023, Stb. 2023, 381 (uitgifte: 01-11-2023, kamerstukken: 36309)
- Inwerkingtreding
01-01-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
20-12-2023, Stb. 2023, 499 (uitgifte: 27-12-2023, kamerstukken: 36418)
08-11-2023, Stb. 2023, 408 (uitgifte: 15-11-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Justitie
- Vakgebied(en)
Invordering / Algemeen
Invordering (V)
1.
In afwijking van artikel 4:92, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht geschiedt de toerekening van de betalingen achtereenvolgens aan:
- a.
de kosten;
- b.
de rente;
- c.
de belastingaanslag.
2.
Toerekening van betalingen op een belastingaanslag geschiedt, behoudens voorzover daarvan moet worden afgeweken ingevolge deze wet, naar evenredigheid aan de op het aanslagbiljet vermelde in te vorderen bedragen.
3.
Bij ministeriële regeling kunnen nadere regels worden gesteld voor een van het eerste lid afwijkende toerekening van betalingen op een uitnodiging tot betaling indien het recht van de Europese Unie daartoe noodzaakt.